VËRSLAG
van de Commissie, den Ik JAei 1898 door (Pandbriefhouders
benoemd, in de Algemeene Vergadering der Jlaamlooze
Vennootschap„JTederlandsahe Hypotheekbank” gevestigd te
Veendam. (Art. 3/, 2e al. der Statuten.)
9ÏU
Ondergeteekendenbenoemd door pandbriefhouders in de Algeraeene Vergade
ring van 14 Mei 1898 volgens art. 37, al. 2 der Statuten, hebben, ter voldoening
aan hunne opdracht, inzage genomen speciaal van de hypotheekregisters, de meeste
gedane taxatiën, waarop de gesloten hypotheken berusten, de hertaxatiën en al die
stukken, die moeten dienen om een nauwkéurig overzicht te krijgen van de waar
borgen voor eene richtige en solide belegging van de gelden der Bank.
Het is hun daarbij geblekendat voor verschillende streken van ons vaderland,
waar de Bank werkzaam is en zij, ondergeteekenden, meer speciaal bekend zijn,
de panden ruim de bij de Statuten gestelde overwaarde vertegenwoordigen en
de belangen der pandbriefhouders en daarmede ook die der aandeelhouders op solide
wijze worden behartigd.
De hypotheekactenwaarin nauwkeurig de waarborgen der Bank zijn omschre
ven, droegen de goedkeuring van uwe Commissie weg, terwijl zij bijzonder appri-
ceerde het volledig onderzoek (bij de aanvrage en sluiting van de hypotheek gedaan
en bij de stukken steeds aanwezig) naar de persoon des aanvragers en den toestand
van de te verbinden perceelen.
De ijver van de Directeuren, zoowel door persoonlijk onderzoek van de te ver*