m,\
VERSLAG
van de Oommissie den 16 JAei 1896 door (Pandbrief houders
benoemd in de Algemeene Vergadering der JTaamlooze
Vennootschap„JTederlandsche Hypotheekbank" gevestigd te
Veendam. (Art. 3?2e al. der Statuten.)
Ondergeteekendenbenoemd door pandbrief houders in de algemeene vergadering
van den 16 Mei 1896, hebben gemeend het best aan hun opdracht te voldoen door
zich zooveel mogelijk op de hoogte te stellen van het beheer en de wijze van wer
ken door de Directie, moer in het bizonder van de gedragslijn, bij het verleenen
van gelden op hypotheek gevolgd.
De Directie was ten volle bereid hun de meest volledige inlichtingen te ver
strekken en alle stukken en bescheiden ter tafel te brengen. Het is ondergetee
kenden bizonder aangenaam te kunnen constateerendat zij den indruk hebben
gekregen, dat met de meeste voorzichtigheid en beleid wordt gehandeld en meer in
het bizonder voor de belangen ook der pandbriefhouders uitstekend wordt gezorgd.
Het beste bewijs, dat geen gelden worden verstrekt dan tegen voldoend on
derpand en niet dan nadat ook omtrent de soliditeit en de moraliteit der aanvragers
bevredigende inlichtingen zijn verkregen, is wel hierin gelegen, dat gedurende de
zes jaren van het bestaan der Bank, ondanks de geleidelijke uitbreiding der zaken
over de verschillende deelen van het land, geen noemenswaardig verlies (slechts
f 1062) is geleden en geen enkel onderpand behoefde te worden ingekocht. Onder
geteekenden hebben in het bizonder de stukkenbetreffende de hypotheken in
enkele groote steden nagezien en zijn, voor zoover het hun mogelijk was alles na te
gaan, tot de conclusie gekomen, dat niet te verwachten is dat de Bank ook in de
toekomst op een der bedoelde posten schade zal behoeven te lijden.
De Directie toont ook door de thans overgelegde balans en winst- en verlies
rekening te begrijpen, dat er voor de Bank in het algemeen en voor de pandbrief-