Aan
Heeren Aandeelhouders van de Nederlandsche
Hypotheekbank te Veen dam.
Mijne Heeren!
Het doet ons genoegen, dat Directeuren in het verslag, hetwelk zij aan ons
college hebben uitgebracht, zich niet uitsluitend hebben bepaald tot het laatst ver-
loopen boekjaardoch bij de voornaamste punten een statistisch vergelijkend overzicht
hebben gevoegd van de ontwikkeling onzer instelling gedurende de eerste vijf jaren
van haar bestaan. Wij brengen daarom te eerder ook dit jaar wederom hun verslag
bij U over, wel vermoedend, dat, even als bij ons ook bij U de aangename over
tuiging zal worden gewektdat onze Bank zich niet alleen ook in dit jaar flink heeft
ontwikkeld en met een zeer bevredigend resultaat heeft gewerkt, maar tevens, dat
zij in gestadigen vooruitgang en geleidelijke uitbreiding harer operatiën de deugdelijke
kenmerken aanwijst voor het goede beleid harer directie.
Wij meenen voorts niet onopgemerkt te mogen laten, dat ook de door haar
georeerde 3£ pandbrievendie in dit jaar tot een bedrag van f 864.550 plaatsing
vonden, inderdaad de aandacht van belanghebbenden in ruimere mate beginnen te
trekken en van het gerechtvaardigd vertrouwendat in onze zaak mag worden ge
steld, een goeden indruk geven.
De tijdsomstandigheden blijven in groote mate tot de meeste omzichtigheid aan
leiding geven bij het verleenen van voorschottenen de tot nu toe gevolgde gedrags
lijn om bij voorkeur geene leenigen van een groot bedrag af te sluitenkomt ons
voor onze Bank ook in de naaste toekomst nog zeer aanbevelenswaard^ voor.
Wij vereenigen ons gaarne met het voorstel der Directeuren om een verlies
van f 525.43ibij de executie van onderpanden geleden, niet ten laste der reserve
kas te brengen, doch het bedrag af te boeken van de winst.
Die winst heeft bedragen f 13.724.28*.
Dat zij in de eerste plaats dienstbaar wordt gemaakt aan eene krachtige af-
schrij ving op de koersrekening achten wij met de Directie zeer wenschelijk.
Desniettegenstaande kan aan aandeelhouders een dividend van 5 worden
uitgekeerd.