Aan Heeren Aandeelhouders van de Nederlandsche
Hypotheekbank te Veendam.
ffMne feeren
Wederom mogen wij met tevredenheid op het afgeloopen jaar terugzien.
Yoor de feiten en cijfers refereren wij ons ook ditmaal aan het ons door Heeren
Directeuren uitgehrachte verslagdat wij U met dezen overleggen.
De zeer groote geldruimtedie gedurende het geheele jaar heerschtemaakte
het uit den aard der zaak moeilijk steeds goede en winstgevende belegging in hypo
theken te vinden en verplichtte ook onze Directie om in het algemeen den rentevoet,
waartegen zij de gelden der Maatschappij uitzette, eenigzins te verlagen.
In verband met laatstgenoemde omstandigheid werd reeds in den aan vang van
1894 besloten de uitgifte van 4 pandbrieven - althans voorloopig - te staken
en alleen pandbrieven beschikbaar te stellen.
In den loop van het jaar werd een bevredigend bedrag aan 3| pandbrieven
geplaatst, terwijl die pandbrieven in de officieels notering der Amsterdamsche beurs
werden opgenomen.
Niettegenstaande de sterke concurrentie en de groote geldruimte, waarop wij
hierboven wezen, hebben de Directeuren, terzijde gestaan door onze Commissie van
dagelijksch toezicht, wederom steeds de grootst mogelijke voorzichtigheid betracht bij
het uitzetten van de gelden onzer Bank. Hunne gestie heeft ons bevestigd in de
overtuiging, dat uwe belangen door hen uitstekend worden behartigd en dat wij onder
hun bestuur met volkomen gerustheid de toekomst kunnen tegemoet gaan.
De in 1894 behaalde winst zoude ons in staat stellen een dividend van circa
71 °/0 uit te keeren. Hoewel deze uitkeering volkomen zoude kunnen worden
gerechtvaardigdvereenigen wij ons ten volle met het voorstel der Directieom het
k