VERSLAG
van de Commissie den 31 Mei 1893 door Pandbrief-
houders benoemd in de Algemeene Vergadering der
Naamlooze Vennootschap: „Nederlandsche Hypo
theekbank” gevestigd te Veendam. (Art. 37, 2e al.
der Statuten.)
Uwe Commissie heeft voldaan aan de taak haar in de vorige Algemeene Ver
gadering opgedragen, de jaarlijksche Balans en Winst- en Verliesrekening nagezien
en inzage genomen van boeken en bescheiden de Vennootschap betreffende.
Heeren Directeuren hebben ons daarbij met de meeste bereidwilligheid de
noodige inlichtingen gegeven en het is uwe Commissie bij dit onderzoek en na inzage
der bescheiden van vele reeds afgesloten en enkele nog in behandeling zijnde posten
overtuigend gebleken
dat de Nederlandsche Hypotheekbank te Veendam rust op een gezonde basis;
dat de Directie met den Raad van Toezicht bij het sluiten van hypotheken de
meest mogelijke voorzichtigheid in acht neemt bij de keuze van taxateurs, zich op
stellige wijze verzekert van de waarde van de aangeboden panden en wat naar
de meening van uwe Commissie van niet minder belang is vooral ook naar de
soliditeit en moraliteit van den geldnemer.
De wijze van administratie en de inrichting der verschillende boekenheeft op
uwe Commissie een bizonder günstigen indruk gemaakt, en heeft het eene zoowel
als het andere bij ons de overtuiging versterkt dat de Pandbrieven der Ne
derlandsche Hypotheekbank te Veendam, als soliede geldbelegging zijn
te beschouwen.
VEENDAM, 14 April 1894.
De Commissie
A. VEENHOVEN Hzn.
S. W. SCHORTINGHUIS.