Wij stellen U voor naast deze winstuitkeringen over 1963 een extra uitkering te doen aan het amortisatiefonds ad 19.000 en deze uitkering te brengen ten laste van de Reserve voor diverse doeleinden. Indien deze voorstellen worden aangenomen, zal worden uitgekeerd: 1. aan houders van preferente winstdelende aandelen 38,per aandeel van 500, betaalbaar op dividendbewijs no. 27, onder aftrek van 15% dividendbelasting-, 2. aan houders van gewone aandelen 42,per aandeel van 200,betaalbaar op dividendbewijs no. 30, onder aftrek van 15% dividendbelasting. De genoemde dividendbewijzen zullen betaalbaar zijn per 25 maart 1964. Voor houders van amortisatiebewijzen komt na toevoeging van bovenstaande extra uitkering uit de Reserve voor diverse doeleinden ad 19.000,— en het onverdeelde saldo van vorig jaar ad 136,38 in totaal beschikbaar 275.136,38. Voor de aanwending van dit laatste bedrag verwijzen wij U naar de regeling, vast gesteld op 1 juni 1957 en in dit verslag opgenomen op pagina 23. Verleent U, conform ons advies, Uw goedkeuring aan de balans en de winst- en ver liesrekening, dan zijn daarmede ingevolge art. 43 van de statuten tevens de Directie, de Raad van Toezicht en de Raad van Commissarissen gedéchargeerd voor het gevoerde beheer en het gehouden toezicht over het boekjaar 1963. Gaarne spreekt de Raad van Commissarissen op deze plaats zijn dank uit voor de wijze, waarop de Directie in het afgelopen boekjaar de belangen van de vennootschap heeft behartigd. De Raad van Commissarissen: J. DE WILDE President 's-Gravenhage, 11 februari 1964

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Gemeenschappelijk Eigendom | 1963 | | pagina 8