Wij stellen U voor naast deze winstuitkeringen over 1961 de volgende extra uitkeringen
te verrichten:
1. Aan houders van gewone aandelen 5 in gewone aandelen van de vennootschap,
ten volle delende in de winst over 1962 en deze uitkering te brengen ten laste van de
in onze boeken voorkomende agioreserve.
Deze uitkering is vrij van inkomstenbelasting.
2. Aan houders van preferente winstdelende aandelen een extra uitkering van
22.857.14.
3. Aan houders van amortisatiebewijzen extra 76.190.47.
De sub 2 en 3 te verrichten uitkeringen te brengen ten laste van de Reserve voor diverse
doeleinden.
Indien deze voorstellen worden aangenomen zal worden uitgekeerd:
1. aan houders van preferente winstdelende aandelen 38.50 per aandeel van 500.--—,
betaalbaar op dividendbewijs no. 25, onder aftrek van 15 dividendbelasting,
2. aan houders van gewone aandelen 36.per aandeel van 200.betaalbaar op
dividendbewijs no. 27, onder aftrek van 15 dividendbelasting, benevens 10.
nominaal gewoon aandeel, betaalbaar op dividendbewijs no. 28, zodat 20 van deze
bewijzen recht geven op een nieuw gewoon aandeel van 200.—,
De genoemde dividendbewijzen zullen betaalbaar zijn per 20 april 1962.
Voor houders van amortisatiebewijzen komt alsdan beschikbaar ƒ198.095.24 ƒ76.190.47
274.285.71. De verdeling hiervan zal plaats hebben volgens de regeling vastgesteld
op 1 juni 1957, opgenomen in dit verslag op pagina 17.
Verleent U, conform ons advies, Uw goedkeuring aan de balans en de winst- en
verliesrekening, dan zijn daarmede ingevolge artikel 43 van de statuten tevens de
Directie, de Raad van Toezicht en de Raad van Commissarissen gedéchargeerd voor
het gevoerde beheer en het gehouden toezicht over het boekjaar 1961.
Gaarne spreekt de Raad van Commissarissen op deze plaats zijn dank uit voor de wijze,
waarop de Directie in het afgelopen boekjaar de belangen van de vennootschap heeft
behartigd.
De Raad van Commissarissen:
JOS. JANSSENS
's-Gravenhage, 12 maart 1962.
President
