VERSLAG VAN DE DIRECTIE Hiermede hebben wij de eer U ingevolge het voorgeschrevene in artikel 42 van de statuten het verslag, alsmede de balans, winst- en verliesrekening met de bijbehorende toelichting over het jaar 1960 aan te bieden. In de maand juli van het verslagjaar heeft onze vennootschap haar vijftigjarig bestaan herdacht. Zowel van de zijde van de overheid als van het bedrijfsleven mochten wij hierbij zeer vele blijken van belangstelling en medeleven ontvangen, hetgeen ons uiteraard zeer dankbaar heeft gestemd. De heer Mr L. B. J. Vermeulen legde zijn functie als Commissaris per 31 december 1960 neer. De heer Vermeulen maakte sedert 1943 deel uit van het College van Commissarissen. Wij zijn hem zeer erkentelijk voor zijn goede adviezen en voor de prettige wijze, waarop wij steeds met hem mochten samenwerken. Aan de heer Th. M. F. Vos, Directeur van onze vennootschap, werd op zijn verzoek eervol ontslag verleend in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De heer Vos is ruim 46 jaar aan ons bedrijf verbonden geweest, waarvan 15 jaar als Adjunct-Directeur en 24 jaar als Directeur. Wij zijn hem zeer dankbaar voor het belangrijke werk, hetwelk hij in zijn lange staat van dienst voor de vennoot schap heeft verricht. Tevens zijn wij bijzonder erkentelijk voor de vriendschappelijke en vruchtbare wijze, waarop wij gedurende vele jaren met hem mochten samen werken. ALGEMEEN Op 1 april van het afgelopen jaar werd de in 1959 aangekondigde huurverhoging een feit. De opheffing van het Grootboek voor Woningverbetering heeft allerwege grote instemming ondervonden. Met voldoening mag worden geconstateerd, dat het beleid van de Regering gericht blijft op de totstandkoming van normalere verhoudingen op het gebied van de Volks huisvesting. Bij toekomstige huurverhogingen, die bij een gezonde economie niet te vermijden zijn, zullen de huren van de bestaande woningen zoveel mogelijk op de kostprijshuren van nieuwe woningen afgestemd dienen te worden. Ook het aanmerkelijke verschil tussen huren van vooroorlogse en in de eerste jaren na de oorlog gebouwde bedrijfspanden enerzijds en de in latere jaren gebouwde bedrijfspanden anderzijds wettigt een verdere optrekking van de huren van de eerste categorie. Immers de stijging van de huur is niet evenredig aan de stijging van de overige factoren, waaruit de kostprijs in de bedrijven is samengesteld. Dat het particulier initiatief bij de bouw van volkswoningen door maatregelen van de zijde van de Regering wordt gestimuleerd is toe te juichen. In het belang van een gezonde en aan redelijke eisen beantwoordende totale woningvoorraad is een snellere totstandkoming van krotopruiming en sanering gewenst. Gelden onder hypothecair verband waren gedurende het verslagjaar in ruime mate beschikbaar. De rente beweegt zich nog steeds op het niveau van de rente in het verslagjaar, zij het met de tendens tot enige daling. De situatie op de kapitaalmarkt wettigt het vermoeden, dat ook voor het jaar 1961 geen belangrijke wijziging hierin te verwachten zal zijn. EXPLOITATIE De huren van de onroerende goederen, inclusief die van de dochter-maatschappijen- nieuwbouw en de ontvangen Rijksbijdragen, belopen aan het einde van het jaar in totaal 4.408.975.—.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Gemeenschappelijk Eigendom | 1960 | | pagina 9