De provisie-inkomsten vertoonden een daling met 10,4 mln tot 18,3 mln. Dit is onder meer het gevolg van het sluiten van een aantal leningen waarbij het accent meer op rente-inkomsten dan op provisie werd gelegd. Daarnaast kwam, zoals hierboven reeds aangeduid, een aanzienlijk groter deel van de aflossingen voor rekening van het buitenlandse bedrijf dan in 1983 het geval was. Op deze aflossingen werd geen vergoeding voor vervroegde aflossing ontvangen. Het interestsaldo daarentegen vertoonde ondanks de daling van de hypothecaire portefeuille een stijging van 14,7 mln. Oorzaak daarvan is dat Zowel in het binnenlandse als het buitenlandse bedrijf een hogere rentemarge kon worden gerealiseerd dan in het vorige jaar. In het verslagjaar werd een voorziening voor koersverschillen gevormd (opgenomen onder 'Crediteuren en transitoria'). Dit houdt verband met een andere wijze van behandelen van vreemde valutaposities; wij verwijzen in dit verband naar de toelichting op pagina 32. Betreffende het vastgoedbedrijf en andere diversificaties In het afgelopen boekjaar daalde de vastgoedportefeuille met 200,6 mln tot 1,2 mlrd. Op verkopen, onder meer van enkele grote objecten in de Verenigde Staten, werd een winst behaald van 58 mln, waarvan 54 mln is verantwoord als opbrengst deelnemingen. 1970 1971 1972 1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984 Nieuwe inschrijvingen op onroerende goederen in miljarden guldens Totaal hypotheken Waarvan woonhuis en combinatie woonhuis/bedrijfspand 23

Rabobank Bronnenarchief

Annual Reports FGH Bank | 1984 | | pagina 25