Dïrectieverslag RESULTATEN Het nettoresultaat over 2001 bedroeg 29,1 miljoen en bleef daarmee 7,3 miljoen achter op dat van 2000, toen 36,3 miljoen werd gerealiseerd. De afname van het resultaat wordt in belangrijke mate veroorzaakt door hogere dotaties aan voorzieningen. Bovendien is in 2000 sprake van aanmerkelijke incidentele 'overige baten', terwijl dat in 2001 niet het geval is. Het rentesaldo inclusief commissieontvangsten was in het verslagjaar vrijwel gelijk aan die over 2000. De grotere bijdrage aan de marge, door stijging van de leningportefeuille, werd met name door krappere verkoopmarges tenietgedaan. De bedrijfslasten ad 20,0 miljoen waren vrijwel gelijk aan die over 2000. Dit ondanks het feit, dat sprake was van belangrijke loon- en prijsstijgingen. De daling van de personele aantallen en de geïntensiveerde kostenbeheersing droegen hiertoe in belangrijke mate bij. In 2001 was sprake van een gezonde ontwikkeling van de portefeuille. Incidenteel werden we geconfronteerd met continuïteitsproblemen bij enkele van onze klanten. De groei van de portefeuille en voornoemde problematiek maakten een meer dan gemiddelde dotatie aan de 'Waardeveranderingen van vorderingen' noodzakelijk (in 2001: 9,1 miljoen en in 2000: 2,3 miljoen]. De belastingdruk ad 13,9 miljoen was als gevolg van het lagere bedrijfsresultaat duidelijk minder dan over 2000, toen deze 19,4 miljoen bedroeg. De leningportefeuille groeide met 468 miljoen (11,7%) tot 4,474 miljard. In 2000 bleef de groei beperkt tot 6%. Inclusief verlengingen werd voor ruim 1,7 miljard gesloten, tegen 1,5 miljard in 2000. Het niveau van de aflossingen (inclusief verlengingen) bleef in 2001 nagenoeg gelijk (2000: 1,3 miljard|. Het Eigen Vermogen, uitgedrukt in een percentage van de naar risico gewogen activa (BIS-ratio) bedroeg ultimo 2001 11,5% (2000: 10,7%). VISIE ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN Onder invloed van de ontwikkeling van de wereldeconomie, is de Nederlandse economie het afgelopen jaar vrijwel tot stilstand gekomen. Het consumentenvertrouwen is afgenomen en hevond zich op het laagste niveau sinds 1994. Met de aanhoudend lage werkloosheid zijn vooral de koopbereidheid en daarmee de bestedingen echter relatief hoog gebleven. Als gevolg van de scherpe daling van de wereldhandel, kende ook de Nederlandse export een negatieve ontwikkeling. Naast de ICT-sector, hehben ook andere sectoren problemen gekregen in 2001 en hebben ze minder positieve vooruitzichten voor de komende jaren. Vooral transportgerelateerde industrieën als de toeristische industrie en de vliegtuigindustrie hebben het moeilijk. Daarnaast staat ook de winstontwikkeling bij financiële dienstverleners onder druk. De inflatie was in 2001 uitzonderlijk hoog. Dit werd echter deels veroorzaakt door incidentele factoren. Onze verwachting is dat met de afkoeling van de economie de inflatie, in zowel Nederland als in Europa, vanaf 2002 op een lager niveau komt. FGH Bank verwacht dat in 2002 de economische groei in Nederland gematigd zal zijn. De genomen monetaire maatregelen door de ECB zullen pas met enige vertraging effect hebben. Hierdoor zal van een economisch herstel op z'n vroegst in de tweede helft van 2002 sprake kunnen zijn. KANTORENMARKT De opname van kantoorruimte bevond zich in Nederland in 2001 nog op een hoog niveau, maar was lager dan in het recordjaar 2000. Het wegvallen van de vraag manifesteerde zich het sterkst in de tweede helft van 2001. In bepaalde regio's, waar in vergelijking met eerdere jaren veel (op risico) werd gebouwd, is het aanbod inmiddels aanzienlijk verruimd. Het beeld van stijgend aanbod wordt door onderverhuur- situaties vertroebeld. De neerwaartse bijstellingen van de winsten en de winstverwachtingen van bedrijven leidt tot een hernieuwde focus op kostenreductie. Dit proces is reeds zichtbaar in de tophuurprijzen die in 2001 onder licht neerwaartse druk stonden. FGH Bank verwacht dat de opname van kantoorruimte door de snelle economische afkoeling in 2002 afneemt ten opzichte van 2001 en zowel het aanbod als de leegstand verder zullen toenemen. Vooral achtergelaten verouderde kantoren zullen moeilijk verhuurbaar blijken. Aangezien er relatief beperkt op risico wordt gebouwd, is de kans klein dat er op grote schaal leegstand in de nieuwbouw zal ontstaan. De verhuur- perioden zullen echter duidelijk toenemen en de huurprijzen zullen door deze toename in het aanbod onder verdere neer waartse druk staan. Incidenten daargelaten, zullen grote problemen als gevolg van de marktomstandigheden zich niet voordoen. WINKELMARKT De bestedingsgolf van de Nederlandse consument in de

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 2001 | | pagina 9