Toelichting Algemeen Grondslagen voor consolidatie Grondslagen voor de waardering en resultatenbepaling De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, Boek 2, titel 9; het besluit Jaarrekening Banken,- het Besluit modellen Jaarrekening, alsmede de aanbevelingen van De Nederlandsche Bank N.V. Wijziging in rubricering en grondslagen voor waardering en resultatenbepaling. Door het van kracht worden van bovengenoemde regelgeving zijn in 1993 belangrijke rubriceringswijzigingen aangebracht. Daar waar mogelijk zijn de ter vergelijking opgenomen cijfers betreffende het boekjaar 1992 aangepast, teneinde een zo juist mogelijk inzicht te verschaffen. Alle bedragen luiden in duizenden guldens, tenzij anders is vermeld. De groepsjaarrekening omvat de cijfers van FGH BANK N.V. en haar dochter- en groepsmaatschappijen met uitzondering van maatschappijen wier gezamenlijke betekenis te verwaarlozen is op het geheel of welke slechts worden gehouden om te vervreemden. Voor als joint ventures aan te merken deelnemingen wordt, indien de joint venture een financiële instelling betreft, proportionele consolidatie toegepast. Andere joint ventures worden als deelneming in de groepsjaarrekening verwerkt. Het resultaat van niet- geconsolideerde deelnemingen is onder 'Opbrengsten uit effecten en deelnemingen' opgenomen. Activa en passiva De activa en passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, tenzij hierna een andere grondslag wordt vermeld. Op de activa zijn de noodzakelijk geachte waarde verminderingen aangebracht. Deze waarde verminderingen worden, voor zover deze voortkomen uit oninbaarheid van vorderingen, in het algemeen per post bepaald. Conform artikel VI van de 'Wet van 17 maart 1993, houdende bepalingen voor de jaarrekening van banken' heeft op de post 'Kredieten' een extra afwaardering plaatsgevonden. De toevoegingen aan en ongedaanmakingen van deze extra afwaardering geschieden stelselmatig onder 'Waardeveranderingen van vorderingen' in de winst- en verliesrekening. Hierbij wordt gestreefd naar een omvang van deze extra afwaardering, die in redelijke verhouding staat tot de risico's die door deze extra afwaardering moeten worden opgevangen. De met de toevoeging of onttrekking aan deze extra afwaardering samenhangende belasting wordt over deze extra afwaardering geleid. Deze nieuwe verwerkingswijze vervangt het tot en met 1992 gehanteerde systeem van voorziening voor algemene bedrijfsrisico's. Deelnemingen De deelnemingen worden gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde op basis van de waarderings grondslagen zoals bij FGH BANK N.V. worden toegepast. Belangen in niet-geconsolideerde deelnemingen van meer dan 20% worden gewaardeerd op netto vermogenswaarde. Wijzigingen in de intrinsieke waarde voor zover deze betrekking hebben op behaalde resultaten, worden tezamen met de resultaten bij verkoop van deelnemingen, verantwoord in de post 'Opbrengsten uit effecten en deelnemingen'. Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen Onroerende zaken voor eigen gebruik: De kantoorgebouwen in eigen gebruik worden gewaardeerd tegen actuele waarde. De opstallen worden lineair afgeschreven gedurende de geschatte gebruiksduur, rekening houdend met een restwaarde. Onroerende zaken niet voor eigen gebruik: - Onroerende zaken bestemd voor de verkoop worden gewaardeerd tegen de kosten van aankoop of stichting, verminderd met afschrijvingen of, indien lager, tegen de vermoedelijke opbrengst bij verkoop. - Onroerende zaken bestemd voor duurzame belegging worden gewaardeerd tegen actuele waarde. - Ontwikkelingsprojecten worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. Bedrijfsmiddelen: De bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen de aanschaffingsprijs minus de afschrijvingen,- de afschrijving geschiedt lineair op basis van de geschatte economische gebruiksduur. Belastingen Actieve latenties worden opgenomen onder 'Overlopende activa'; passieve latenties onder 'Voorzieningen'

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1993 | | pagina 16