Verslag van de raad van bestuur
Inleiding
Begon 1983 in een mineurstemming, terugblikkend kan worden
geconstateerd dat de economische situatie zich intussen heeft
gestabiliseerd en dat hier en daar zelfs van enig herstel sprake is.
Zulks betekent niet dat alle economische problemen, waarvan de
wortels liggen in de ontwikkelingen in de voorafgaande jaren,
opgelost konden worden.
Bij de FGH kwam de hypothekenproductie van het nederlandse
bedrijf weer op gang, maar het aantal cliënten dat niet of in
verminderde mate in staat was de in het verleden aangegane
rente- en aflossingsverplichtingen na te komen, bleek hoewel
afnemend-toch nog aanzienlijk. Wat de bedrijfsuitkomsten betreft,
vermelden wij dat na een dotatie aan de VAR van 60 mln er een
netto concernresultaat van 1,4 mln resteert. Wij stellen u voor dit
bedrag toe te voegen aan de open reserve.
De uitbreiding van het garantie vermogen, die op 1 februari 1983
haar beslag kreeg door plaatsing van certificaten van aandelen en
achtergestelde leningen bij de Rijkspostspaarbank zoals vermeld in
ons jaarverslag 1982, alsmede de stabilisering van de economische
situatie, droegen er in belangrijke mate toe bij dat wij in 1983
voldoende middelen konden aantrekken.
De samenwerking met de RPS ontwikkelde zich naar wens. In goed
overleg wordt nagegaan op welke terreinen complementaire
samenwerking mogelijk is.
Actieve financiering
Allereerst willen wij onze aandacht geven aan enkele ontwikke
lingen op de vastgoedmarkt, welke als afzetgebied voor onze
financieringen voor ons uiteraard van groot belang is. Hoewel de
verbeterde economische situatie zich ook hier aftekende, kan niet
gezegd worden dat dit voor elke deelmarkt in gelijke mate gold.
Een grotere activiteit werd geconstateerd in de koopwoning in de
prijsklasse tot 150.000-a 170.000,-. Ook voor de duurdere
woning op eerste klas locatie bestond weer belangstelling. Eén en
ander resulteerde er in dat het bedrag aan nieuwe hypothecaire
inschrijvingen (woonhuis en combinatie woonhuis/bedrijfspand)
t.o.v. 1982 steeg met ca. 20%.
In de kantorensector is, vooral in de randstad, sprake van een
overaanbod, dat vermoedelijk slechts op wat langere termijn zal
kunnen worden opgenomen; hierbij moet overigens wel worden
bedacht dat, als gevolg van inhaalvraag, een intredend herstel zich
vaak sneller doorzet dan de verwachting is. De toename van de
bedrijvigheid leidde in de bedrijfshallensector tot een wat grotere
belangstelling. De verwachting dat de omzetten als gevolg van
vraaguitval zullen dalen, oefent uiteraard druk uit op het huur- en
prijsniveau van winkels.
Onze verwachting is dat een wat lagere hypotheekrente, de hand
having van de fiscale rente-aftrek en de productinnovatie door de
geldgevers op de woningmarkt zullen opwegen tegen de negatieve
factoren als de onzekerheid t.a.v. de inkomensontwikkeling en de
moeilijke werkgelegenheidssituatie. Ook voor wat betreft de markt
van bedrijfsmatig onroerend goed zijn wij gematigd positief: de
verbetering in de algemene economische situatie zal immers ook
in deze sector tot gelding komen.
15