Toelichting Vastgoedmaatschappijen en andere diversificaties Algemeen De gecombineerde balansen resultatenrekening omvat de jaarrekening van de meerderheidsdeelnemingen in vastgoedmaatschappijen en andere diversificaties. Als algemene waarderingsgrondslag voor het vastgoed in exploitatie geldt: kosten van aankoop of stichting onder aftrek van een jaarlijkse afschrijving. De afschrijving geschiedt op basis van deze kosten, rekening houdende met de geschatte gebruiksduur. Voor objecten, waaronder ingekochte onderpanden, waarvan de verkoop op korte termijn in de bedoeling ligt, geschiedt de waardering tegen kosten van aankoop of stichting onder aftrek van gerealiseerde opbrengsten. Het vastgoed in exploitatie wordt niet hoger gewaardeerd dan de marktwaarde. Als verkoopresultaat van het vastgoed uit exploitatie wordt verantwoord het verschil tussen opbrengst en boekwaarde. Tot en met het boekjaar 1981 werd voor enkele oude projecten het aldus bepaalde verkoopresultaat overgebracht naar de vervangingsreserve, waarbij de op deze vervangingsreserve rustende fiscale claim werd verantwoord onder 'Voorziening voor latente belastingverplichtingen'. Daar de betreffende objecten thans nagenoeg geheel zijn verkocht, wordt deze gedragslijn met ingang van het boekjaar 1982 niet langer toegepast. De invloed hiervan op het resultaat van 1982 is nihil. Het op de vervangingsreserve geboekte bedrag werd overgeboekt naar 'Kapitaal en reserves'. De waardering van het vastgoed in ontwikkeling geschiedt tegen de kosten, die aan de betreffende projecten zijn besteed tot het moment van verhuur of verkoop. Het vastgoed in ontwikkeling wordt echter niet boven de marktwaarde gewaardeerd. Tot de te activeren kosten wordt meegerekend de interest over het geïnvesteerde bedrag tegen de gemiddelde interestvoet voor hypothecaire leningen; activering van interest wordt echter achterwege gelaten indien daardoor de boek waarde van het betreffende project de marktwaarde zou overschrijden. Het verkoopresultaat wordt verantwoord in het jaarwaarin een project is voltooid, dan wel-in geval het verkoopresultaat vaststaat-in hetjaar waarin een deel van het project is voltooid. Ontvangen koopsommen worden in mindering gebracht op het vastgoed in ontwikkeling. Onderhanden werken van het aannemings bedrijf zijn onder 'Vastgoed in ontwikkeling' opgenomen onder aftrek van ontvangen termijnen. De waardering geschiedt tegen kostprijs inclusief een opslag voor indirecte kosten van 5%. Voorzienbare verliezen worden op de waardering in mindering gebracht in het jaar waarin zij ontstaan. Het resultaat wordt verantwoord in het jaarwaarin het werk is voltooid. Ingaande het boekjaar 1982 zijn (minderheids)deelnemingen gewaardeerd tegen de intrinsieke waarde op basis van de waarderings grondslagen zoals bij de FGH worden toegepast. De oude grondslag was kostprijs doch niet hoger dan de intrinsieke waarde. De wijziging in de waarderingsgrondslag heeft geen invloed op het vermogen per 1 januari 1982 omdat, na de afboeking ten laste van het resultaat over 1981, de waardering reeds gelijk was aan de intrinsieke waarde. De invloed van deze wijziging op het resultaat over 1982 is eveneens nihil. Vorderingen, waaronder begrepen de vorderingen op deel nemingen, zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. 46

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1982 | | pagina 48