FGH hypotheekbank Algemeen Wat betreft het institutionele kader vermelden wij dat de contacten met De Nederlandsche Bank nv zich goed ontwikkelen, waarbij van die zijde een open oog blijkt te bestaan voor de specifieke problemen van onze bedrijfstak. In 1981 werden er in het kader van het structuurbeleid afspraken vast gelegd voor een periode van drie jaar, die de strekking hebben de status quo in het bank- en verzekeringswezen te handhaven. De hypotheek banken behouden daarbij het recht om via doorlopende emissie pandbrieven te plaatsen, doch moeten toestaan dat ook de handels banken, zij het tot een vastgesteld maximum bedrag per jaar, op analoge wijze als bij de pandbrief 'bankbrieven' gaan uitgeven. De concurrentie van de bankbrief deed zich in 1981 reeds gevoelen, ondanks het feit dat de totale uitgifte van bankbrieven voor 1981 was beperkt tot 500 mln op jaarbasis. Het jaar 1981 heeft bewezen dat onze pandbrief, zelfs onder moeilijke marktomstandigheden, zich goed staande kon houden. Daarnaast richtten wij ons op andere financieringsmethodieken en -markten om in de toekomst te kunnen blijven voldoen aan onze behoefte aan 'grondstoffen' tegen een redelijke prijs. Na het verslagjaar, in februari 1982, werd door het Ministerie van Financiën en De Nederlandsche Bank een wijziging aangebracht in het structuurbeleid in die zin dat niet langer a priori een verklaring van geen bezwaar aan kredietinstellingen en verzekeringsmaatschappijen onthouden zal worden wanneer zij additioneel eigen vermogen willen verschaffen aan hypotheekbanken. De contacten in het kader van De Nederlandsche Vereniging van Hypotheekbanken waren ook dit jaar weer veelvuldig en vruchtbaar. Passieve financiering Voor de rente-ontwikkeling op de nederlandse geld- en kapitaalmarkt, zijn de dollar en de D-mark ook in 1981 weer sterk bepalend geweest, waarbij in de laatste maanden de dollar de meeste invloed heeft uitgeoefend. Deter beteugeling van de inflatie in de V.S. geëntameerde krapgeld-politiek werd in het verslagjaar gecontinueerd. Dit, in samenhang met het onverdroten doorgroeien van het nominale nationale inkomen, leidde tot liquiditeitskrapte en dus tot een sterke stijging van de rente. Deze hoge rente gaf dan weer aanleiding tot een aanmerkelijke stijging van de koers van de dollar. Beide factoren hadden tot gevolg dat de internationale geldstromen zich op de V.S. richtten ten koste van de gulden en de D-mark. De aldus in het leven geroepen krapte op de geldmarkten in de Bondsrepubliek en Nederland veroorzaakten een renteontwikkeling, die opmerkelijk parallel liep met de renteontwikkeling in de V.S. In Nederland werd de opwaartse renteontwikkeling nog versterkt door het tegenvallende financieringstekort van de overheid. Werd oorspronkelijk nog uitgegaan van een financieringstekort van 5% of 15 mlrd, in de loop van 1981 nam dit toe tot ca. 8% of 24 mlrd. Hierdoor werd het kapitaalmarktgebeuren meer dan ooit bepaald door het doen en laten van de overheid. Zoals uit het navolgende overzicht blijkt, neemt in de verslagperiode de 17

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1981 | | pagina 19