Ook van Gebam zijn bevredigende resultaten te melden.
De orderportefeuille is goed gevuld en de resultaten van de uitgevoerde
werken zijn, zeker gezien de scherpe concurrentie, goed te noemen.
De voorbereidingen van de bouw van ons nieuwe hoofdkantoor te
Utrecht verlopen volgens planning. In november j.l. werd de eerste paal
geslagen en het ziet er naar uit dat wij de nieuwe behuizing begin 1983
zullen kunnen betrekken. Dit zal de efficiency van onze organisatie en de
communicatie tussen de diverse afdelingen zeker ten goede komen.
In het kader van de Wet toezicht kredietwezen heeft de Nederlandse
Vereniging van Hypotheekbanken regelmatig besprekingen gevoerd
met De Nederlandsche Bank. Daarbij kwam ook een aantal praktische
aspecten met betrekking tot het opereren van financieringsinstellingen
op de kapitaalmarkt aan de orde.
Wij vertrouwen erop dat ook in de toekomst met onze historische
positie ten aanzien van de plaatsing van pandbrieven op zodanige wijze
rekening zal worden gehouden, dat dit voor ons zo belangrijke
financieringsinstrument ongestoord behouden blijft.
Hierboven refereerden wij aan de ontwikkelingen op de nederlandse
onroerend goed markt. Wij willen thans op deze markt nader ingaan.
Op de woningmarkt zette zich in 1980 de in 1979 gesignaleerde
ongunstige trend versterkt voort. Een verdere afname van de
(ver-)kooptransacties in de duurdere sector, waardoor de doorstroming
stagneerde, viel te constateren. Mede hierdoor ontstond in de
nieuwbouwmarkt een 'prop' van 17.500 (aanvang 1980) onverkochte
koopwoningen die een waarde vertegenwoordigen van 3,5 miljard.
Hoewel er door verkopen en door overbrenging naar de huursector in
de loop van 1980 sprake was van een vermindering, was door de
nieuwe produktie in 1980 de 'prop' aanvang 1981 nog aanzienlijk, n.l.
12.000 woningen. Deze voorraad betekent voor onze nederlandse
volkshuishouding op jaarbasis een renteverlies van 300 mln.
De kostbare en ook eenzijdig op de woningwet- en premie A-sector
gerichte steunmaatregelen van de overheid, hebben aan een
verkleining van de voorraad weinig kunnen doen. Onvoldoende
maatregelen werden genomen ter stimulering van de premie B- en vrije
sectorbouw; nog steeds moeten deze woningen hun bijdrage leveren
aan de grondkosten van de woningwet- en de premie A-sector.
In de vrije sector is een desastreuze ontwikkeling aan de gang.
Oorzaken hiervan zijn o.m. de hoge hypotheekrente, het ontbreken van
inkomensgroei en de nog steeds bestaande onzekerheid overde fiscale
aftrekmogelijkheden. Dit laatste blijft het geval, ondanks het onlangs
ingediende wetsvoorstel. De behandeling van dit voorstel, dat overigens
een aantal vragen onbeantwoord laat, zoals b.v. die ten aanzien van de
aftrekbaarheid van rente van overbruggingsfinancieringen, zal
waarschijnlijk niet meer voor de a.s. parlementsverkiezingen plaats
vinden.
In dit verband merken wij op dat, wil men misbruik van rente-aftrek
voorkomen, de beperking van de aftrekbaarheid niet moet worden
gezocht in het absolute bedrag van de lening, omdat hierdoor de
verkoop van de duurdere woningen en dus de doorstroming wordt
belemmerd. Wil men een beperking; men bepale, dat de rente-aftrek
voor leningen, voorzover die 100% van de aankoopsom, c.q. de
marktwaarde te boven gaan, vervalt. Zo'n maatregel trekt de