Verslag van de Raad van Bestuur Inleiding In ons vorige jaarverslag hebben wij de verwachting uitgesproken dat, gezien de minder gunstige vooruitzichten voor de bedrijfstak waarin wij werkzaam zijn, in het boekjaar 1980 niet eenzelfde resultaat als over 1979 te behalen zou zijn. Deze verwachting is uitgekomen; het bruto concernresultaat (vóór belastingen en toevoeging aan de voorziening voor algemene risico's) is met 24% gedaald. Ten gevolge van toegenomen risico's, verbonden aan de kredietverlening, verhoogden wij de toevoeging aan de voorziening voor algemene risico’s van 10,5 mln. naar ƒ14 mln. Hierdoor daalde de nettowinst met 35%. Als wij het algemene economische beeld en meer in het bijzonderde ontwikkelingen op de onroerend goed markt in aanmerking nemen, is dit niet excessief. De winstdaling in het financieringsbedrijf is voornamelijk het gevolg van de verminderde produktie van hypothecaire leningen (1979: 1.184 mln., 1980: 931 mln.), hetgeen een belang rijke terugval van de ontvangen afsluitprovisie betekende. Voorts stond de winst enigszins onder druk door het in het vorige verslag reeds geconstateerde geleidelijk wegvallen van de zeer laag rentende langlopende middelen en door de stijging van de post algemene kosten, met als belangrijkste element de personeelskosten. Dat laatstgemelde post, ondanks alle daaraan bestede aandacht met 12,3% is gestegen, is toe te schrijven aan de omstandigheid dat het enerzijds niet verstandig werd geacht de op produktie gerichte afdelingen te zeer te beknotten, terwijl anderzijds aan de begeleiding van een aantal van onze debiteuren extra zorg moest worden besteed. Daarnaast heeft ons beleid van geleidelijke internationalisatie uiteraard extra personeel gevergd. De hypothecaire portefeuille groeide met 7,3%. Ook de resultaten van het vastgoedbedrijf zijn achtergebleven; de exploitatieresultaten bleven ongeveer gelijk, maar de gerealiseerde verkoopwinsten daalden van 23 mln. in 1979 tot 8,3 mln. in 1980. Zowel de exploitatie- als de ontwikkelingsportefeuille vertoonden een groei, die vooral in het buitenland tot stand kwam. Het stemt tot voldoening dat wij in de meest bedreigde sector van de nederlandse vastgoedmarkt, te weten die van de woningbouw, slechts een relatief gering aantal leegstaande nieuwbouwwoningen in voorraad hebben. Wij achten het verder raadzaam op een aantal in ontwikkeling zijnde woningprojecten in Nederland en België een afschrijving van 6 mln. toe te passen en op een aantal projecten geen bouwrente te activeren. Met het laatste is een bedrag van 3,5 mln. gemoeid. De Kok Groep werd in haar ontwikkeling gehinderd door de moeilijke situatie op de onroerend goed markt. Het probleem zit daarbij in de sector makelaardij, die voor een goed uitoefenen van de beheersfunctie toch niet geheel kan worden gemist. Teneinde de zekerheden ten behoeve van beleggers die aan Kok het beheer opdragen te vergroten, werd het kapitaal van Kok verhoogd met 27,5 mln. tot 37,5 mln. Wij hebben de overtuiging dat de Kok Groep op enige termijn een bevredigend resultaat zal gaan opleveren en ook op die wijze zal gaan bijdragen aan de verdere uitbouw van ons bedrijf. Van Haften Co nv kan op een goed jaar terugzien. Enerzijds door eigen inspanning en anderzijds door het gunstige beursklimaat.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1980 | | pagina 15