Preadvies van de
Raad van Commissarissen
Aan Aandeelhouders
Op grond van het door ons uitgeoefende toezicht en voorgelicht door
Van Dien Co., accountants, die verslag van hun onderzoek hebben
gedaan en een goedkeurende verklaring hebben afgegeven, hebben wij
de jaarrekening 1979 vastgesteld, zoals weergegeven op de pagina's
52 en 53, alsmede de geconsolideerde jaarcijfers van het financierings-
bedrijf, de gecombineerde jaarcijfers van de vastgoedmaatschappijen
en andere diversificaties en bijbehorende toelichtingen, zoals opgenomen
op pagina 30 en volgende van dit jaarverslag.
Met de door de Raad van Bestuur vastgestelde reserveringen gaan wij
accoord. Wij adviseren U de jaarrekening conform de in dit jaarverslag
gepresenteerde stukken goed te keuren.
Per de datum van de op 26 april 1979 gehouden algemene vergadering
van aandeelhouders werd de volgens rooster aftredende commissaris,
de heer E.G. Stijkel, opnieuw benoemd.
In de vacature ontstaan door het bereiken van de gestelde leeftijdsgrens
van de heer Mr Ph.A.J. Mees, werd de heer Mr J. de Wilde tot
commissaris benoemd.
De heer de Wilde volgde vervolgens als voorzitter van onze Raad
de heer Mr Ph.C.M. van Campen op, die zich thans om gezondheids
redenen ook niet meer voor herbenoeming beschikbaar stelt. In de
hierdoor ontstane vacature zijn wij voornemens te voorzien door
benoeming van de heer A.G. van den Bos per de datum van de
komende jaarvergadering.
Gaarne willen wij van deze gelegenheid gebruik maken om de heer
van Campen onze grote erkentelijkheid te betuigen voor de vele diensten
die hij de vennootschap in zijn functie van voorzitter van onze Raad
heeft bewezen.
Ter wille van de continuïteit in het college van commissarissen hebben
wij besloten het aantal commissarissen voorlopig tot zeven uit te breiden.
In de hierdoor ontstane vacature zijn wij voornemens, indien U in de
komende jaarvergadering geen gebruik wilt maken van Uw recht van
aanbeveling, de heer Drs J.C. Smit te benoemen.
Met betrekking tot de vacature welke ontstaat door het periodiek aftreden
van de heer Drs A.W.J. Caron, is het ons voornemen de heer Caron per
de komende jaarvergadering opnieuw te benoemen.
De Ondernemingsraad is over deze benoeming geraadpleegd en
heeft hiertegen geen bezwaren gemaakt.
Wij betuigen de Raad van Bestuur onze dank voor de wijze, waarop hij
zijn taak in het afgelopen jaar heeft verricht. Wij sluiten ons tenslotte
gaarne aan bij de woorden van dank van de Raad van Bestuur aan de
medewerkers.
Amsterdam, 21 maart 1980
De Raad van Commissarissen
J. de Wilde, voorzitter
7