De verwerving van projecten in de U.S.A. geschiedde in 1979 deels in samenwerking met D.P.I. (Dutch Property Investments) en deels door de Brefriescombinatie, in welke combinatie FGH en Bredero beide voor 50% participeren. Onze buitenlandse belangen (hypotheken en deelnemingen in onroerend goed) bedragen per de jaarultimo 172,3 mln. (Europa 132,9 mln U.S.A. 39,4 mln.). Naast dienstverlening vanuit Nederland aan derden bestaat ook de mogelijkheid onze vastgoed- en financieringsactiviteiten vanuit het betrokken land verder uit te bouwen. Om deze weg met succes te kunnen inslaan dient er in het betreffende land een zakelijke basis te zijn opgebouwd die, voor wat cliënten en know-how betreft, aansluit op die van het moederbedrijf in Nederland. Alleen dan zijn investeringen in een eigen organisatie buiten Nederland verantwoord. Inmiddels hebben in enkele landen de belangen van de FGH een zodanige omvang gekregen, dat verdere ontwikkelingen in deze richting, al of niet in duurzame samenwerking met lokale partners, gerechtvaardigd zouden kunnen zijn. Hoewel wij menen, dat internationalisatie van ons bedrijf een belangrijke pijler is voor de toekomst, zal toch de nodige aandacht moeten worden besteed aan de fasering van deze ontwikkelingen. De interne organisatie van ons bedrijf zal met de verdergaande internationalisatie gelijke tred dienen te houden. Ook in 1980 zal aan dit aspect ruime aandacht worden geschonken. Interne bedrijfsontwikkelingen De groei die ons bedrijf de laatste jaren heeft doorgemaakt, heeft tot gevolg gehad dat het aantal personeelsleden snel is toegenomen. Deze omstandigheid heeft belangrijke consequenties voor de organisatie. De gemeldè groei in aantallen, de toenemende complexiteit van het werk en de steeds hogere eisen die aan het goed functioneren van de organisatie moeten worden gesteld, hebben tot gevolg dat ons sociaal beleid op een andere leest dient te worden geschoeid. Een aanvang is gemaakt met het opstellen van een sociaal beleidsplan, dat is gebaseerd op deze zowel kwantitatieve als kwalitatieve schaalvergroting. Bij het uitwerken hiervan dient steeds bedacht te worden dat FGH een commerciële organisatie is, die zijn bestaansrecht vindt in dienst verlening aan derden. Een optimaal en doelgericht handelen in alle onderdelen van het bedrijf, ook wanneer er geen direct contact is met de cliënt, dient steeds voor ogen te staan. Het sociale beleid wordt voorts mede bepaald door de ontwikkelingen in de maatschappij, waarin wij leven en werken. Wij denken in dit verband aan de veranderende opvattingen over normen en waarden, alsmede aan de technologische ontwikkelingen (voortschrijdende auto matisering) die zowel positieve als negatieve gevolgen zullen hebben. Binnen het beleid zal in de komende periode het accent liggen op de uitbouw van het programma van opleidingen, het beter structureren van de communicatie en het overleg in de organisatie en het opnieuw kritisch bezien van de criteria die aan beloningsverhoudingen ten grondslag liggen. Voor een concrete aanpak van deze drie prioriteiten is het omschrijven van functies en van daaraan te stellen eisen een adequaat instrument; met het opstellen van taakbeschrijvingen is dan ook een begin gemaakt. 24

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1979 | | pagina 26