Verslag van de Raad van Bestuur
Inleiding
In ons vorig jaarverslag spraken wij de verwachting uit dat de concern-
resultaten over 1979 zich ongeveer op het niveau van 1978 zouden
handhaven. Wij kunnen thans met voldoening constateren dat, ondanks
het feit dat de economische omstandigheden in de loop van 1979
aanzienlijk zijn verslechterd, het concernresultaat over 1979 nauwelijks
afwijkt van dat van het voorafgaande jaar.
Wel is er een wijziging opgetreden in de verdeling van de winstbijdragen
van de verschillende bedrijfsonderdelen.
De resultaten van het financieringsbedrijf zijn enigszins achtergebleven
bij die van 1978. Dit is enerzijds te wijten aan het in vergelijking tot de
topjaren 1977 en 1978 achterblijven van de hypothecaire productie en
anderzijds aan het steeds verder naar elkaar toegroeien van de looptijden
van de aangetrokken middelen en die van de hypothecaire kredieten;
hierdoor vermindert de bijdrage aan de winst ten gevolge van de in het
verleden tegen relatief lage rente aangetrokken middelen. Deze laatste
ontwikkeling zal ook in de komende jaren de rentemarge van ons
bedrijf beïnvloeden.
De algemene kosten, waaronder als belangrijkste post de personeels
kosten, bleven stijgen. De oorzaak hiervan is - afgezien van de geld
ontwaarding - gelegen in het doorwerken in de kosten van de door de
sterke expansie in de afgelopen jaren noodzakelijk geworden personeels
uitbreiding èn in de in gang gezette internationalisatie.
Grote aandacht wordt besteed aan een inperking van de kostenstijging.
De resultaten van de op dit punt genomen maatregelen zullen echter pas
in 1981 zichtbaar worden.
De vermindering van het resultaat in het financieringsbedrijf werd
opgevangen door een hoger resultaat van het vastgoedbedrijf. Zoals
reeds in vorige jaarverslagen vermeld, vertoont het resultaat van het
vastgoedbedrijf schommelingen door de onregelmatige spreiding van de
verkopen. Hierdoor kunnen van jaar tot jaar fluctuaties optreden in de
winstbijdrage van de vastgoedsector.
Ons beleid is er op gericht om door aanpassing van de marktbenadering
in de verschillende sectoren van ons concern, ondanks de verslechterde
economische omstandigheden, de winstcapaciteit op peil te houden.
Mede om deze reden wordt de internationalisatie van ons bedrijf met
kracht voortgezet.
In 1979 hebben wij binnen onze organisatie een afdeling Buitenland
gevormd, welke naast de coördinatie van een aantal concrete activiteiten
in het buitenland, onderzoek en inventarisatie verricht met betrekking tot
de mogelijkheden in de verschillende landen. Uitbreiding van onze
onroerend goed-activiteiten, met name in Frankrijk, de Verenigde Staten
en Engeland, bleef in het afgelopen jaar voortgang vinden. Bestaande
belangen en toekomstmogelijkheden maken de vraag omtrent de
wenselijkheid van verzelfstandiging van de organisatie in enkele landen
in de komende jaren actueel.
Medio 1979 kondigden wij ons voornemen aan tot overname van de
Kok Groep. Zoals bekend, beweegt de Kok Groep zich in hoofdzaak op
het terrein van het beheer van onroerend goed; daarnaast wordt de
makelaarsfunctie, met name voor de bedrijfshuisvesting, uitgeoefend.
Het overwegende motief voor deze overname, die per 1 oktober 1979
werd geëffectueerd, is de overtuiging dat de FGH als gespecialiseerde
kredietinstelling in de toekomst zijn bestaansrecht slechts kan ontlenen
13