Preadvies van de raad van commissarissen
Aan aandeelhouders
Op grond van het door ons uitgeoefende toezicht en voorgelicht
door Van Dien Co, accountants, die verslag van hun onderzoek
hebben gedaan en een goedkeurende verklaring hebben afgegeven,
hebben wij de jaarrekening 1978 vastgesteld, zoals weergegeven
op pagina 48 en 49, alsmede de geconsolideerde jaarcijfers van het
financieringsbedrijf en de gecombineerde jaarcijfers van de
vastgoedmaatschappijen en andere diversificaties en bijbehorende
toelichtingen, zoals opgenomen op pagina 28 en volgende van dit
jaarverslag.
Met de door de Raad van Bestuur vastgestelde reserveringen gaan
wij accoord. Wij adviseren U de jaarrekening conform de in dit
jaarverslag gepresenteerde stukken goed te keuren.
Per de datum van de op 25 april 1978 gehouden algemene
vergadering van aandeelhouders werd de volgens rooster
aftredende commissaris de Heer Mr. Ph.A.J. Mees opnieuw
benoemd. Wegens het bereiken van de gestelde leeftijdgrens zal
de Heer Mees per 26 april 1979 deze functie neerleggen. Wij willen
hem dankzeggen voor de vele en gewichtige diensten die hij in
de bijna 30 jaar als commissaris aan onze vennootschap heeft
bewezen.
Tevens maakten wij in deze vergadering ons voornemen bekend
de Heer E.G. Stijkel, die volgens rooster per de datum van de
jaarvergadering 1979 aftredende is, opnieuw te benoemen.
In de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van
1 november 1978 hebben wij medegedeeld voornemens te zijn
in de vacature, welke in 1979 ontstaat door aftreden van de
Heer Mr. Ph.A.J. Mees, te voorzien door de benoeming van
de Heer Mr. J. de Wilde, die zijn functie van voorzitter van de
Raad van Bestuur eind april 1979 zal neerleggen.
Gaarne willen wij de Heer de Wilde danken voor de voortreffelijke
wijze waarop hij gedurende meer dan 25 jaar de belangen van
onze vennootschap heeft gediend. Onder zijn dynamische en
bezielende leiding heeft de Friesch-Groningsche Hypotheekbank
een periode van grote groei doorgemaakt.
Het ligt in de bedoeling dat de Heer Mr. J.W. van Dijk, die met
ingang van 1 februari 1979 tot lid van de Raad van Bestuur werd
benoemd, de Heer de Wilde als voorzitter van dit college gaat
opvolgen.
Ten gevolge van ernstige ziekte was het de Heer
Mr. Ph.C.M. van Campen de laatste zes maanden niet mogelijk
zijn functie van voorzitter van onze Raad uit te oefenen.
Wij spreken de wens uit dat het hem gegeven mag worden in
de nabije toekomst wederom aan onze vergaderingen te kunnen
deelnemen.
Wij willen besluiten met onze dank te betuigen voor de wijze,
waarop de Raad van Bestuur zijn taak in het afgelopen jaar heeft
verricht. Ook sluiten wij ons gaarne aan bij de woorden van dank
van de Raad van Bestuur aan alle medewerkers.
Amsterdam, 13 maart 1979
De Raad van Commissarissen:
A.W.J. Caron, wnd. voorzitter