Toelichting Algemeen De gecombineerde balans en resultatenrekening omvat de jaar rekeningen van de meerderheidsdeelnemingen in vastgoed- maatschappijen en andere diversificaties. Als algemene waarderingsgrondslag voor het vastgoed in exploitatie geldt: kosten van aankoop of stichting onder aftrek van een jaarlijkse afschrijving. De afschrijving geschiedt op basis van deze kosten, rekening houdende met de geschatte gebruiksduur. Voor enkele objecten waarvan de verkoop op korte termijn in de bedoeling ligt, geschiedt de waardering tegen kosten van aankoop of stichting onder aftrek van gerealiseerde opbrengsten. In beide gevallen wordt niet hoger gewaardeerd dan de markt waarde. Als verkoopresultaat van het vastgoed uit exploitatie wordt verantwoord het verschil tussen opbrengst en boekwaarde. Voor enkele oude projecten wordt het aldus bepaalde verkoop resultaat overgebracht naar de vervangingsreserve. De op deze vervangingsreserve rustende fiscale claim is verantwoord onder 'Voorziening voor latente belastingverplichtingen'. De waardering van het vastgoed in ontwikkeling geschiedt tegen de kosten, inclusief interest, die aan de betreffende projecten zijn besteed tot het moment van verhuur of verkoop. De interest wordt berekend over het geïnvesteerde bedrag tegen de gemiddelde interestvoet voor hypothecaire leningen. Per project wordt niet hoger gewaardeerd dan de marktwaarde van het vastgoed. Het verkoopresultaat wordt verantwoord in het jaar waarin een project is voltooid, dan wel - in geval het verkoopresultaat vaststaat - in het jaar waarin een deel van het project is voltooid. De waardering van de (minderheids-) deelnemingen geschiedt tegen kostprijs. Vorderingen, waaronder begrepen de vorderingen op deel nemingen, zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. De nominale activa en passiva luidende in vreemde valuta zijn gewaardeerd tegen de valutakoers per balansdatum. De overige activa zijn gewaardeerd tegen historische koers. De onderhoudsvoorziening dient tot betere spreiding van de kosten van periodiek onderhoud. Aan deze voorziening wordt jaarlijks ten laste van het resultaat een bedrag toegevoegd, dat per object wordt berekend op basis van de kosten en de frequentie van het periodiek onderhoud, terwijl de in een jaar gedane uitgaven ten laste van deze voorziening worden gebracht. De gevolgde methodiek brengt mede dat op ieder moment per vastgoedcomplex en per soort onderhoud wordt berekend welk bedrag in de voor ziening aanwezig behoort te zijn. Voor het risico van leegstand in de periode tussen gereedkomen en de eerste verhuur van ontwikkelingsprojecten wordt een voor ziening getroffen. De hoogte van deze voorziening wordt jaarlijks vastgesteld in relatie tot de balanswaarde van de daarvoor in aanmerking komende projecten. De overige baten en lasten zijn in het algemeen verantwoord in het jaar waarop ze betrekking hebben.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1978 | | pagina 42