Financiële verslaglegging en bedrijfsresultaten
Over het boekjaar 1978 werd een netto concernresultaat behaald
van 43,8 miljoen, als volgt samengesteld:
1978
1977
Brutowinst FGH en aangesloten
banken
76.900.000
60.900.000
Brutowinst Vastgoedbedrijf en
andere diversificaties
14.900.000
20.700.000
91.800.000
81.600.000
Vennootschapsbelasting
Toevoeging aan reserve voor
37.700.000
algemene risico's
10.300.000
48.000.000
43.400.000
Netto concernresultaat
43.800.000
38.200.000
De netto concernwinst steeg derhalve met 15% ten opzichte van
het vorige boekjaar.
In het financieringsbedrijf bewogen de sluitingen zich op vrijwel
hetzelfde niveau als in 1977. Door de relatief grote stijging van de
aflossingen bleef de netto-vooruitgang van de portefeuille enigszins
achter bij die van het vorig verslagjaar. Desondanks werd een
toename van het interest- en provisiesaldo gerealiseerd van
20,5 miljoen, hetgeen voornamelijk wordt veroorzaakt door de
doorwerking van de aanzienlijke groei van de hypothecaire
portefeuille en het eigen vermogen in het vorige boekjaar.
De algemene kosten stegen met 13% tot 23,7 miljoen.
Deze stijging komt voor het overgrote deel op rekening van de
personeelskosten als gevolg van salarisaanpassingen en toename
van het aantal medewerkers in verband met de groei van de
bedrijfsactiviteiten.
Met ingang van het boekjaar 1978 werd overgegaan tot een meer
exacte verdeling van de algemene concernkosten over de
verschillende bedrijfsonderdelen dan tot dusverre het geval was.
Als gevolg hiervan werd van deze kosten 1,2 miljoen meer
doorberekend aan de vastgoedmaatschappijen en andere
diversificaties dan in het vorige boekjaar.
De toevoeging aan de backservice voor pensioenen (in 1978
2 miljoen), welke gedurende enkele jaren als afzonderlijke post
in de resultatenrekening werd verantwoord, is thans wederom
opgenomen in de algemene kosten. De vergelijkende cijfers over
1977 werden dienovereenkomstig aangepast. De afzonderlijke
vermelding hield verband met de reeds lang voorgenomen en in
1978 gerealiseerde verbetering van de pensioenvoorzieningen,
waaruit aanzienlijke backserviceverplichtingen voortvloeiden.
Nu de nieuwe voorzieningen tot stand zijn gekomen mag worden
verwacht dat deze kosten in de toekomst de normale trend zullen
volgen, zodat afzonderlijke vermelding niet meer noodzakelijk is.
24