Voor onze geld- en kapitaalmarkt had dit een stijging van de rente tot gevolg. Hoewel in vele gevallen de valuta-onrust zich niet direct heeft toegespitst op de gulden, was de invloed van met name de vlucht uit in DM hier te lande duidelijk merkbaar. Omdat het guldensgebied voor de buitenlander beperkt is, manifesteren de bewegingen zich direct in de renteontwikkeling op de Nederlandse obligatiemarkt, die dan ook in toenemende mate als een afgeleide van de valutamarkt is te zien. Uit de volgende cijfers kunnen we opmaken, dat de factor 'Buitenland' op het totaal aanbod van kapitaal op de obligatiemarkt een steeds grotere invloed krijgt; beperkte in 1975 het aanbod uit het buitenland zich tot 5,37%, in de eerste helft van 1978 was dit opgelopen tot 47,12%. Een dergelijke ontwikkeling bergt het gevaar in zich van aanzienlijke renteschommelingen. Het wegvallen van de buitenlandse vraag naar, of aanbod van Nederlandse obligaties in buitenlands bezit, heeft door haar grootte een directe invloed op de rente. Was er in het eerste halfjaar nog sprake van ruime buitenlandse vraag, het wegvallen hiervan in het tweede halfjaar van 1978 had een renteverhogend effect, ondanks het feit dat er van een hoge reële rentemarge (interest -/- inflatie) in Nederland sprake was. Naast de reeds genoemde valuta-onrust speelde met name de verslechtering van de betalingsbaianspositie een rol. In 1978 hebben wij een beroep op de kapitaalmarkt gedaan voor een bedrag van 1.577 mln., waarvan 813 mln. op de pandbriefmarkt kon worden gedekt. Het resterende bedrag ad 764 mln. hebben wij op de onderhandse markt aangetrokken. Actieve financiering De rentetarieven voor hypothecaire leningen vertoonden in 1978 minder sterke schommelingen dan in 1977; het laagste punt - in april 1978 - lag ca. 1f% onder het hoogste punt - in oktober 1978. In zijn totaliteit gezien lag de hypotheekrente in 1978 iets lager dan in 1977. De productie aan geaccepteerde offertes, welke over de 4 kwartalen min of meer gelijk verdeeld was, beliep een bedrag van 1.838 mln. (in 1977: 1.814 mln.). Het aantal (geaccepteerde) offertes bedroeg in 1978 6.600 (in 1977: ruim 7.300). Aan leningen werd in 1978 gesloten in totaal 1.771 mln. waar tegenover 565 mln. aan leningen werd afgelost, derhalve een netto vooruitgang van de portefeuille opleverend van 1.206 mln.; de hypothecaire portefeuille bedraagt per ultimo 1978 5.140 mln. Uit de cijfers blijkt dat de netto vooruitgang in 1978 weinig afwijkt van die in het voorafgaande jaar. Gezien de marktomstandigheden achten wij dit resultaat alleszins bevredigend. De economische stagnatie en de vertraagde groei in de vraag naar de eigen woning hebben namelijk geleid tot een tempovermindering in de effectuering van de vraag naar hypothecair krediet en een vertraging in de sluitingen. In de sector van de bedrijfskredieten speelde in het afgelopen jaar de terughoudendheid ten aanzien 16

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1978 | | pagina 18