op basis van het aanwezige eigen vermogen nog ruim binnen de
statutaire normen kunnen worden gefinancierd. Voor de te
verwachten doortrekking van deze lijn in de komende jaren was
naar onze mening echter een versterking van het eigen vermogen
door een aandelenemissie gewenst.
In een op 24 oktober 1977 gehouden buitengewone algemene
vergadering van aandeelhouders deelden wij mede van plan te
zijn op korte termijn - afhankelijk van het beursklimaat - met een
claimemissie van aandelen te komen. Deze vergadering was
bijeengeroepen om conform het voorstel van het bestuur te
besluiten tot volstorting van het geplaatste aandelenkapitaal
over te gaan. Het voorstel was een logische stap in de
ontwikkeling, die in 1969 werd ingezet. Toen werd in verband met
de opvattingen in EEG-verband met betrekking tot gedeeltelijke
storting op geplaatst aandelenkapitaal en in verband met de
sterk verminderde functie van het obligo als garantiekapitaal
besloten vrijwillige volstorting van aandelen mogelijk te maken;
dit als eerste stap op de weg naar volledige volstorting van het
aandelenkapitaal. In de achter ons liggende jaren werd 60 van
het geplaatste aandelenkapitaal volgestort. De plaats, die de
FGH zich te veroveren heeft in een zich integrerend Europa en de
belangstelling vanuit het buitenland om financiering aan ons
concern te verschaffen, maakt een internationaal aanvaardbare
en moderne kapitaalstructuur noodzakelijk. Op basis van voren
staande overwegingen werd door de buitengewone algemene
vergadering van aandeelhouders besloten om uiterlijk medio
3-maands eurotarieven in 1977