Verslag van de raad van bestuur
Inleiding
hl
Voor Nederland was 1977 op economisch gebied niet bepaald
een gunstig jaar. Alle stimuleringsmaatregelen, die de regering
Den Uyl in de voorgaande jaren had genomen, bleken niet in
staat een opleving van de economische activiteiten tot stand te
brengen. Ook van een verwacht herstel van de wereldhandel
kwam weinig terecht. De meeste landen bleven worstelen met de
problemen van economische stagnatie en inflatie, zonder dat
oplossingen werden gevonden.
Wat de strijd tegen de inflatie betreft werden er in ons land in het
afgelopen jaar zichtbare resultaten bereikt. Het inflatiepercentage
daalde in 1977 tot een niveau van 6,5 Indien het gelukt om in
1978 lonen en prijzen in de hand te houden, zijn er voldoende
aanwijzingen een verdere daling van de inflatie te verwachten.
In onze naaste omgeving kunnen momenteel alleen Zwitserland,
Duitsland en Oostenrijk op een lager inflatiepercentage bogen.
Een verder terugdringen van de inflatie zal onze internationale
concurrentiepositie aanzienlijk versterken.
Onze sterke betalingsbalanspositie heeft er voor zorggedragen
dat de onrust op de valutamarkt vrijwel aan de gulden is voorbij
gegaan. Het vertrouwen in onze nationale munteenheid bleef in
1977 ongeschokt. Hierdoor was de vraag vanuit het buitenland
naar guldensbeleggingen groot.
Voor de FGH was 1977 een goed jaar. De gang van zaken in de
verschillende bedrijfssectoren was alleszins bevredigend. In het
financieringsbedrijf en de vastgoedsector kon de opgaande lijn
van de voorafgaande jaren verder worden doorgetrokken.
Het eigen vermogen, de hoeksteen van iedere kredietinstelling,
groeide van f15 miljoen in 1972, in het afgelopen jaar tot een
niveau van 253 miljoen. In deze stijging zijn begrepen de
vrijwillige volstorting van aandelen in de genoemde periode
alsmede de opbrengst van de aandelenemissie 1977, tezamen
47,5 miljoen. Overigens is de vermogensgroei enerzijds voor een
bedrag van f 50 miljoen het resultaat van de in deze periode sterk
gestegen bedrijfsuitkomsten bij het financieringsbedrijf, anderzijds
voor 39 miljoen te verklaren uit de groei van de resultaten bij
het vastgoedbedrijf, alsmede voor een bedrag van f 41,5 miljoen
uit de toename van de vervangingsreserve in deze bedrijfssector
als gevolg van boekwinsten, behaald bij het afstoten van het
overgrote deel van ons oude vastgoedbezit.
Deze boekwinsten missen, gegeven het streven naar handhaving
van de bedrijfsgrootte, het karakter van verteerbaar inkomen en
worden derhalve niet in de bedrijfsresultaten verantwoord, terwijl
zij bij de bepaling van het uitkerings- respectievelijk reserverings-
beleid evenmin in aanmerking mogen worden genomen.
Gezien onze positie als kredietinstelling dienen wij ook in de
toekomst door middel van interne financiering voor een verdere
versterking van onze vermogenspositie zorg te dragen.
Hiernaast zullen wij bij de dividendpolitiek de belangen van onze
aandeelhouders zwaar laten wegen.
Het door ons gevoerde beleid heeft ons in staat gesteld de
uitbreiding van de hypothecaire portefeuille in de achter ons
liggende jaren te financieren zonder voor de uitbreiding van het
eigen vermogen een beroep te doen op de kapitaalmarkt. Ook de
snelle groei van de financieringssector in het afgelopen jaar had