20 Het bruto-concernresultaat bedroeg Z 50.590.000 (tegenover Z44.021.000 in het vorige boekjaar) en is als volgt samengesteld: 1976 1975 FGH en aangesloten banken Z39.513.000 Z 31.746.000 Vastgoedmaatschappijen en andere diversificaties 11.077.000 12.275.000 Z50.590.000 Z 44.021.000 De groei van de hypothecaire portefeuille zette zich ook in het afgelopen boekjaar voort en resulteerde in een stijging van het interest- en provisiesaldo met Z9,2 miljoen tot Z 56,5 miljoen. In de loop van 1976 werden als gevolg van de daling van de rente relatief veel hoogrentende leningen afgelost. Daar wij voor de financiering van deze leningen langlopende middelen hebben aan getrokken, betekent dit een nadeel dat in de komende jaren in een vermindering van het interestsaldo tot uitdrukking zal komen. Wij hebben hiervoor een voorziening gevormd ten bedrage van Z 3 miljoen, welke onder 'crediteuren en transitoria' werd opgenomen. Overeenkomstig de gemiddelde, nog resterende looptijd van de afgeloste leningen zal dit bedrag in 6 jaar ten gunste van het resultaat worden gebracht. Tegenover de meerdere inkomsten stond een stijging van de kosten (voornamelijk van salarissen en sociale lasten) van Z1,4 miljoen, zodat per saldo het brutoresultaat met Z7,8 miljoen toenam. In het vastgoedbedrijf werd een brutowinst gerealiseerd van Z11,1 miljoen (1975: Z12,3 miljoen), na aftrek van een toevoeging van wederom Z 4 miljoen aan de voorziening voor leegstand. Aan deze voorziening werd Z 4,3 miljoen onttrokken voor dekking van de in 1976 opgetreden leegstandsverliezen. De exploitatieresultaten vertoonden een voortgaande stijging en wel met Z1,1 miljoen tot Z12,3 miljoen. Daartegenover werd met verkopen ZO,5 miljoen minder winst gerealiseerd dan in het vorige boekjaar. Gezien de explosieve toename van de verkoopresultaten in dat boekjaar, waarop wij in ons vorig verslag wezen, lag deze, toch nog betrekkelijk geringe, daling geheel in de lijn der ver wachtingen. In de verkoopresultaten is niet begrepen de boekwinst (Z2,8 miljoen) behaald bij de verkoop van oud vastgoed, welke aan de vervangingsreserve werd toegevoegd. Het relatief geringe bedrag van deze toevoeging wordt verklaard uit de omstandigheid dat het oude vastgoedbezit thans practisch geheel is afgestoten. Het effectenbedrijf boekte een resultaat van Z0,6 miljoen tegenover Z1,1 miljoen in 1975. Gezien de afhankelijkheid van de omstandigheden ter beurze

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1976 | | pagina 22