maken met de beperking van haar eigen uitgaven. Werknemers- en werkgeversorganisaties zullen zich ook van hun verantwoordelijk heid in deze bewust moeten zijn. Internationaal biedt 1977 aangrijpingspunten voor enig optimisme op economisch terrein, wanneer wij onze kansen maar niet laten voorbijgaan. Hierbij bevindt Nederland zich tevens door het grote betalingsbalansoverschot in een relatief gunstige positie. In ons vorige jaarverslag hebben wij principiële kritiek geleverd op het Wetsontwerp vermogensaanwasdeling. Wij willen die hier niet herhalen. Tevens spraken wij onze bezorgdheid uit ten aanzien van de plannen van de regering reeds thans wijzigingen op de Wet op de Ondernemingsraden 1971 voor te stellen, terwijl met de werking van de huidige wetgeving in de praktijk nog onvoldoende ervaring is opgedaan. Thans wil de regering in haar streven invloed te kunnen uit oefenen op de richting waarin bedrijfsinvesteringen plaatsvinden, komen met een nieuwe investeringsregeling ter vervanging van de bestaande regelen van investeringsaftrek en vervroegde af schrijving. De mate, waarin onder de nieuwe regeling investerings- faciliteiten aan het bedrijfsleven worden geboden, zal afhangen van het maatschappelijk nut van de betreffende investering, waarbij het te creëren aantal arbeidsplaatsen één van de belangrijkste graadmeters zal zijn. De vraag in hoeverre investeringen verantwoord zijn en dienen te worden bevorderd, wordt in dit nieuwe systeem niet meer bepaald door economische grootheden, zoals vraag- en aanbod- verhoudingen, doch dreigt te worden beantwoord op basis van het subjectieve oordeel van de daartoe aangewezen overheids instanties. Het behoeft ons inziens geen betoog, dat met deze nieuwe regeling niet primair de meest rendabele investeringen zullen worden gestimuleerd, met alle gevaren voor onze toekomstige welvaart. De afgelopen jaren van voortwoekerende inflatie en onvoldoende winstgroei hebben in vele bedrijven geleid tot een uitholling van het eigen vermogen. Voor een financieringsbedrijf als het onze is het ter wille van de kredietwaardigheid van groot belang zorg te dragen voor een sterke vermogensstructuur. Dankzij een steeds toenemend resultaat waren wij in ons bedrijf in staat een voort durende versterking van het eigen vermogen te bewerkstelligen en tevens een regelmatige verhoging van het dividend te bereiken. Het aandeel van de FGH heeft hierdoor terecht het imago van groeiaandeel gekregen. De zo noodzakelijke versterking van onze vermogensstructuur bracht met zich mede, dat ondanks de steeds stijgende dividend uitkeringen de pay-out een daling te zien gaf. Wij hebben alle

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1976 | | pagina 12