verslag van de raad van bestuur 9 inleiding In de loop der jaren heeft het jaarverslag van de open vennootschap zich qua karakter gewijzigd. Van een toelichting op het resultaat heeft het zich ontwikkeld tot een verslag waarin mede het maat schappelijk kader wordt aangegeven, waarbinnen door de onder neming het beleid wordt uitgestippeld. Zo is het jaarverslag geworden van historisch overzicht het wel en wee van de vennootschap in het achterliggende jaar - tot een document, waarin door het bestuur wordt uiteengezet welk beleid in het gegeven maatschappelijke krachtenveld dient te worden gevoerd. Hierbij zal de ondernemer er niet aan kunnen ontkomen om al degenen, die op deze externe omstandigheden invloed kunnen uitoefenen, zijn mening te laten weten. Een jaarverslag wordt echter primair geschreven ten behoeve van degenen, die in de bedrijfsuitkomsten van de vennootschap ge ïnteresseerd zijn. Dit zijn, naast het eigen personeel, in de eerste plaats de aandeelhouders als verstrekkers van risicodragend vermogen en zij, die overwegen dit te worden; daarnaast nemen in ons kredietbedrijf de verstrekkers van vreemd vermogen, met name onze pandbriefhouders, een belangrijke plaats in. In ons jaarverslag hebben wij reeds jaren aandacht besteed aan die maatschappelijke ontwikkelingen, die van invloed zijn bij de bepaling van ons beleid. In dit kader hebben wij vele onderwerpen aan de orde gesteld, zoals het huur- en subsidiebeleid, de waarde van onroerend goed, de inflatie en de invloed van geld- en kapitaalmarkt op de bedrijfsresultaten. Doch vóór alles hebben wij getracht duidelijk te maken welke koers wij varen. In ons vorige jaarverslag wezen wij er in dit verband op, dat de problemen waarmede de Nederlandse economie momenteel wordt geconfronteerd, niet alleen het gevolg zijn van een conjuncturele terugval, doch op belangrijke punten een structureel karakter dragen. Met name op het terrein van de werkgelegenheid werd het duidelijk, dat bij een aantrekken van de conjunctuur geen essentiële vermindering van het werkeloosheidscijfer behoeft te worden verwacht. In 1976 zagen wij het werkeloosheidscijfer alleen maar verder opkruipen, met een zekere stabilisatie in de laatste maanden. De regering trachtte de economische problemen op twee terreinen aan te pakken. Via het uitvaardigen van loonmaatregelen voor het gehele jaar 1976 wilde zij proberen het hoge inflatiepercentage terug te dringen. Anderzijds achtte zij het haar taak via werk gelegenheidsprogramma's de werkloosheid te bestrijden. Deze pogingen hebben de inflatie in 1976 tot een niveau van beneden 9% kunnen terugbrengen. Dit percentage is vergeleken bij onze voornaamste handelspartner de Bondsrepubliek Duitsland echter nog te hoog. Wij zijn van mening, dat in het streven van de regering de Nederlandse economie weer gezond te maken de inflatiebestrijding primair moet staan. De overheid zal hiertoe echter ernst moeten

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1976 | | pagina 11