door de wijze, waarop het bedrijf wordt gevoerd. De hoogte van
de overwinst van een bedrijf is dan ook niet zonder meer een uit
bedrijfstak en grootte van het bedrijf voortvloeiend gegeven. De
vermogensaanwasdeling zal dus in het bijzonder de goed geleide
bedrijven treffen, hetgeen de prikkel om goed te ondernemen
moet aantasten.
Bij kredietinstellingen, waartoe wij ons rekenen, zal men ervan
moeten uitgaan, dat een deel van de winst nimmer tot de over
winst gerekend mag worden, daar zij in het bedrijf wordt gehouden
om toekomstige risico's op te vangen.
Bij een gediversificeerd bedrijf stuit men dan op moeilijkheden,
aangezien iedere diversificatie zijn eigen risicograad heeft. Indien
de fiscale winst, dus de winst over de fiscale eenheid, het
aangrijpingspunt voor de vermogensaanwasdeling wordt, houdt
men geen rekening met het verschil in risicograad.
Door de regering werd in de loop van 1975 bij de Tweede Kamer
ingediend een gewijzigd ontwerp Wet toezicht kredietwezen. Dit
ontwerp voorziet in de mogelijkheid de hypotheekbanken via een
aparte regeling in te passen in de ordening van het financiële
bestel in ons land.
In april 1975 vond de introductie ter beurze plaats van de aan
delen n.v. Beleggingsmaatschappij voor Vastgoed 'Agora'. Het
succes van deze introductie en het koersverloop van deze
aandelen in het afgelopen jaar heeft ons gestijfd in de overtuiging
dat met het op de markt brengen van geselecteerd vastgoed in de
vorm van een beleggingsmaatschappij - mits na een periode van
rijping - in een belangrijke behoefte wordt voorzien.
In ons halfjaarbericht maakten wij reeds melding van de overdracht
van 50% van de aandelen in Makelaarskantoor Gemako b.v. aan
de Amfas Groep n.v. De verwachting lijkt gewettigd dat met deze
joint-venture de grondslag is gelegd voor een verdere uitbouw van
dit bedrijf.
het financieringsbedrijf
De slechte conjuncturele situatie, die zich uitte in een verdere
teruggang van de bedrijvigheid en in een voortgaande
vermindering van de wereldhandel, heeft de rente op de kapitaal
markt in Nederland niet ongemoeid gelaten. Handhaafde de lange-
termijn-rente zich in de eerste maanden van 1975 nog op een
stabiel niveau, in het midden van het jaar daalde de rente tot een
peil van 8,25
De meer optimistische verwachtingen omtrent het aantrekken van
de wereldconjunctuur, zorgden vervolgens weer voor een stijging
van de rente. Nadat echter duidelijk was geworden, dat, zeker in
Nederland, niet op korte termijn op een verbetering van de