Verslag van de raad van bestuur
Inleiding
Onze nationale economie blijft gebukt
gaan onder een ongeremde inflatie.
Hoewel ieder zinnig mens weet dat op
lange termijn een evenwicht dient te be
staan tussen bestedingen en produktie,
schijnen op dit punt de maatschappelijke
krachten op hol te zijn geslagen. Er zijn
weinig tekenen te bespeuren, die erop
zouden kunnen duiden dat dit proces op
korte termijn zal worden gestuit. De
trieste situatie doet zich voor, dat
men tracht met de inflatie te leven.
Afgezien van de ernstige sociale
repercussies, die uit de inflatie voort
vloeien, stelt de geldontwaarding overheid
en bedrijfsleven ten gevolge van de
nominale kostenstijging voor steeds
grotere problemen. Indien men zich niet
op korte termijn de realiteit bewust
wordt, zal men rekening dienen te
houden met verdere bedrijfssluitingen en
vermindering van de werkgelegenheid.
De inflatie heeft ook voor ons bedrijf
belangrijke, zij het verschillende,
consequenties.
De relatief hoge rentevoet heeft voors
hands een gunstige invloed op de
resultaten van ons financieringsbedrijf.
In de ontwikkelingssector ter hand ge
nomen projecten zullen door de voort
gaande stijging van de bouwkosten na
realisatie een groeiend rendement op
leveren.
Ten aanzien van de exploitatiesector ligt
de situatie anders. Hier dienen we
duidelijk twee categorieën vastgoed te
onderscheiden, namelijk vastgoed ten
aanzien waarvan het marktmechanisme is
uitgeschakeld en het vastgoed, waarvan
de waarde wordt bepaald door de vrije
werking van vraag en aanbod.
Onder de eerste categorie, die van het
gebonden vastgoed, valt nog een groot
deel van de huurwoningen. De tweede
categorie, die van het vrije vastgoed, be
staat voor een belangrijk deel uit bedrijfs-
objecten, waarbij periodieke aanpassing
van de huren aan de kostenstijgingen
mogelijk is.
Hebben de sterke stijging van de onder
houdskosten en de toename van de op
vastgoed drukkende lasten toch al een
ongunstige invloed op het totale netto-
exploitatieresultaat, bij het gebonden
vastgoed wordt veelal in de toegestane
huurverhogingen onvoldoende
compensatie gevonden voor de stijging
van de onderhoudskosten. Dit geldt in het
bijzonder ten aanzien van het oudere
vastgoed. Onze politiek blijft er dan ook
op gericht het oudere vastgoed te ver
vangen, waarbij wij ons realiseren dat dit
gepaard gaat met een vermindering van
het rendement op korte termijn. Op
langere termijn kan echter bij een juiste
selectie een groeiend rendement worden
verwacht.
Het behoeft geen betoog, dat bij een
dergelijk bedrijfsbeleid inzicht in markt
verhoudingen op lange termijn een eerste
vereiste is. Inzicht in deze marktver
houdingen eist een bijzondere en zeer
gevarieerde deskundigheid, aangezien
ieder object niet alleen in zijn regionale
locatie, maar ook in zijn sector op grond
van huidige en toekomstige aan-
wendingsmogelijkheden moet worden be
oordeeld. Indien men voor alles ge
ïnteresseerd is in toekomstig rendement,
staat de verwachtingswaarde, die ten
slotte een afgeleide is van het toekomstige
rendement, centraal. Naar onze mening
mag de hierboven geschetste benadering
bij een beoordeling van de waarde van
vastgoed nimmer uit het oog worden
verloren.
In een periode van ernstige inflatie zoekt
men begrijpelijkerwijs naar een be
scherming tegen de geldontwaarding. De
9