Bij de beschouwing der bedrijfsresultaten moet worden opgemerkt, dat de algemene kosten belast werden voor een bedrag van circa 350.000,in verband met verschuldigde extra backservice aan het Pensioenfonds wegens zowel een verhoging van reeds ingegane pensioenen als een verhoging van pensioenaanspraken van het in dienst zijnde personeel; dit als gevolg van een wijziging in de salarissamenstelling, waarbij het vaste loonbestanddeel verhoogd werd ten koste van het variabele deel. Uit de vergelijking van de bedrijfsresultaten blijkt dat uit de vastgoedmaatschappijen in 1970 een hoger dividend werd verkregen, namelijk rond f 840.000,tegen f 672.000,in 1969. Voor de resultatenrekening van de vastgoedmaatschappijen verwijzen wij naar bladzijde 26 van dit verslag. De over 1970 in de vastgoedsector behaalde winst van circa f 2.760.000,— lag belangrijk boven de winst, die in 1969 werd behaald (f 1.602.000,Voor een belangrijk deel was dit een gevolg van de winst, die bij verkoop van nieuwbouwobjecten werd verkregen. Als gevolg van de hogere winst kon niet alleen een hoger dividend beschikbaar worden gesteld, maar kon bovendien een hoger bedrag aan de reserves worden toegevoegd, namelijk f 907.000,— in 1970 tegen f 417 000 in 1969. Voor de balanspositie der vastgoedmaatschappijen wordt verwezen naar bladzijde 27. Uit deze balans blijkt dat het zichtbare eigen vermogen gestegen is van f 8.926.000,— per ultimo 1969 tot 9.674.000,per ultimo 1970. In ons vorig jaarverslag wezen wij er reeds op dat het zichtbare eigen vermogen niet zonder meer vergeleken kan worden met het bedrag der deelnemingen (thans 37.952.000—zoals dat in de concernbalans is opgenomen (zie bladzijde 20 bij toelichting op deelnemingen). Oorzaak van het verschil tussen beide bedragen is zowel de stille reserve die begrepen is 14 in het bedrag der vervangingsreserve, als de stille reserve die begrepen is in de waarde van het vastgoed boven de balans waarde. In dit verband kan vermeld worden dat ook in 1970 een aantal oudere panden werd afgestoten. Bij een boekwaarde van f 2.863.000,— bedroeg de opbrengst f 7.053.000,—. Zoals gebruikelijk werd de meeropbrengst ten gunste van de vervangingsreserve gebracht. De vervangingsreserve beloopt per ultimo 1970 f 25.584.000,tegen f 21.398.000,per ultimo 1969. Op grond van de behaalde resultaten stellen wij U voor het dividend van de Friesch-Groningsche Hypotheekbank N.V. over het boekjaar 1970 voor een volgestort aandeel van f 1.000,— vast te stellen op f 172,— (vorig jaar f 164,—). Voor de niet-volgestorte aandelen, alsmede voor de aandelen van ^250,werkt dit uit op de te betalen bedragen, zoals deze op de volgende bladzijde zijn opgenomen. Wij willen dit verslag gaarne besluiten met een woord van dank aan al onze medewerkers voor de wijze waarop zij hun taak in ons concern hebben vervuld. De Raad van Bestuur: J. de Wilde, voorzitter F. C. Kleyn J. de Ruiter

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1970 | | pagina 17