De vastgoedsector in 1970 De waardering van het vastgoed in exploitatie geschiedt van jaar tot jaar door middel van een zo nauwkeurig mogelijke schatting van ieder object afzonderlijk, waarbij, naast de netto-huurop- brengst en de rentestand op de kapitaalmarkt, ook kwalitatieve beoordelingsfactoren als leeftijd, aard en ligging in de waardering worden betrokken. Daarnaast wordt de taxatie beïnvloed door de mogelijke verkoopwaarde in de waardering te betrekken. Het vaststellen van de mogelijke verkoopwaarde eist een specifieke deskundigheid. De grootste moeilijkheid is wel, dat in afwijking van andere beleggingsobjecten, zoals effecten, vraag en aanbod van vastgoed zich niet op één markt concentreert, doch over lokale markten en deelmarkten is verspreid. De totale waarde van ons vastgoed in exploitatie, op grond van deze afzonderlijke objectwaardering, bedraagt f 122.500.000,— bij een balanswaarde van f 90.870.000, De in 1970 behaalde opbrengsten van verkocht vastgoed in exploitatie bleken per saldo slechts in geringe mate van onze taxatie af te wijken. Zoals wij hierboven reeds uiteenzetten, wordt de waarde van vastgoed in het algemeen bepaald door kostprijsfactoren - zoals dit bij onze ontwikkelingsprojecten het geval is - en door marktfactoren. Voor een inzicht in de ontwikkeling van de waarde moet derhalve rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat objecten, welke in een gespannen arbeidsmarkt tot stand zijn gekomen, als gevolg van de relatief hoge lonen en van een relatief lage produktiviteit, bij een latere ontspanning in waarde zullen dalen. Als een belangrijke marktfactor zal naast hetgeen reeds werd opgemerkt over de verkoopprijs van vastgoed de hoogte van de kapitaalrente van grote invloed zijn. De inflatoire ontwikkeling van onze economie zal eveneens de waarde van het vastgoed voor de toekomst beïnvloeden. Het is duidelijk dat al deze factoren invloed uitoefenen op de 12 waarde van ons vastgoedbezit. In de afweging van de waarde van ieder individueel object komt dit in onze systematiek tot uitdrukking. Uitgaande van de meerwaarde, die aan het vastgoed boven de balanswaarde kan worden toegekend en rekening houdende met de op de balans aanwezige vervangingsreserve van f 25.584.000,moet de totale fiscale claim over een kleine f 60 miljoen worden berekend. Bij de verwerving van de N.V. Gemeenschappelijk Eigendom - in welke N.V. het merendeel van ons vastgoedbezit is onder gebracht - werd, gezien ons voornemen tot instandhouding van het bezit, de fiscale claim gesteld op 30%. In verband met de inmiddels tot stand gekomen verjonging van het bezit, alsmede de instelling van het fiscale systeem van de vervangingsreserve, kan dit percentage naar onze mening thans aanzienlijk lager worden gesteld. Ons streven blijft er op gericht om in samenspel met de overheid en anderen de ontwikkeling van vastgoed in kleine en grote projecten ter hand te nemen. In het kader van dit beleid werd in de loop van 1970 tezamen met de Ballast-Nedam Groep opgericht de N.V. 'F.G.B.' en met de I.B.B./Kondor Groep de N.V. 'Inbeo'. Het doel van deze samenwerkingen is om in een gezamenlijk optreden van aannemer en financier de ontwikkeling van vastgoedprojecten ter hand te nemen. De verdere ontwikkeling van het plan Hoog Catharijne te Utrecht zal de eerstkomende jaren veel aandacht en grote investeringen vergen; in verband hiermede werd het aandelenkapitaal van de N.V. Hoog Catharijne uitgebreid met/4,9 miljoen tot f 10,1 miljoen. De exploitatieresultaten van het voltooide

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1970 | | pagina 15