Ten einde een vergelijking met 1968 zo overzichtelijk mogelijk te maken, zijn zowel de cijfers van de balans per ultimo 1968 als die van de resultatenrekening 1968 aan de gewijzigde vormgeving aan gepast. Een en ander houdt in dat de presentatie van de jaarcijfers 1968, zoals in dit verslag opgenomen, niet zonder meer aansluit op de jaarcijfers, zoals die in ons vorig jaarverslag zijn gepubliceerd. Uit de op bladzijde 22 opgenomen resultatenrekening bbjkt dat zowel de baten als de lasten een accres ten opzichte van 1968 te zien geven. Doordat de baten sterker stegen dan de lasten vertoont het winstsaldo 1969 ten opzichte van 1968 een verbetering van circa 1,3 miljoen. Van dit hogere saldo is circa 500.000,benodigd voor hogere vennootschapsbelasting, is 500.000,meer toegevoegd aan de open reserves, is 100.000,meer toegevoegd aan de reserve voor algemene risico’s en is ruim 200.000,bestemd voor hogere winstuitkeringen. Het dividend uit de vast goed maatschappijen bleef onveranderd 672.000,De gecombineerde balans en resultatenrekening dezer maatschappijen is op bladzijde 30 e.v. van dit verslag opgenomen. Het op de balans voorkomende eigen vermogen der vast goed maatschappijen ad 8.926.000,is niet zonder meer vergebjkbaar met het bedrag der deelnemingen ad 42.220.000,zoals dat op de concembalans is vermeld. Oorzaak van de discrepantie tussen beide bedragen is het feit, dat de vaste goederen op de balans der vast goed maatschappijen zijn opgenomen voor de boekwaarde (aanschafwaarde minus afschrijvingen). De werkebjke waarde van het vast goed ligt echter belangrijk boven de boekwaarde. 18 Een moeilijkheid is dat de vaststelling van de waarde van vast goed geen gemakkehjke zaak is, aangezien de waarde mede afhankehjk is van externe factoren. Bij een herwaardering komt tevens het vraag stuk ter sprake op welk percentage de fiscale claim moet worden vastgesteld. Het bgt in onze bedoeling het volgende jaar met een systeem van verslaglegging te komen, waarin de herwaardering van het vast goed zal worden verwerkt. Aan dit systeem moet als eis worden gesteld, dat het niet alleen het inzicht in de vast goed transacties verduidelijkt, maar ook dat het een continu karakter heeft. Ook in 1969 werd een aantal oudere panden afgestoten. Bij een boekwaarde van 3.131.000,bedroeg de opbrengst 6.658.000,—. Evenals vorige jaren werd de behaalde boekwinst ten gunste van de ‘vervangingsreserve’ gecrediteerd. De vervangingsreserve beloopt thans in totaal ƒ21.398.000,Op deze reserve rust een fiscale claim. Deze claim wordt naar de toekomst geschoven, omdat de vervangingsreserve - fiscaal - afgeboekt wordt van de aanschafwaarde van nieuw in exploitatie te nemen objecten. De geboekte winst op nieuwbouwobjecten was in 1969 gering, Wel is winst aanwezig op een aantal onderhanden zijnde objecten; het is echter gebruikelijk deze winst eerst op te voeren als een object geheel is gerealiseerd. Uit de winstverdeling van de vast goed maatschappijen blijkt dat niet de gehele winst aan de Friesch-Groningsche werd uitgekeerd, maar een bedrag van 417.000,in de maatschappijen werd gereserveerd.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1969 | | pagina 22