Het stemt tot voldoening dat wij, niettegenstaande de krapte op de kapitaalmarkt, in het afgelopen jaar onze liquiditeitspositie aanmerkelijk hebben kunnen verbeteren. Ontspanning op de kapitaalmarkt valt naar onze mening in 1968 niet te verwachten. Niettegen staande een betere financiële politiek van de rijks overheid bestaat er een grote investeringsbehoef- te bij de overheid en het particuliere bedrijfs leven. De door president Johnson afgekondigde maatre gelen zullen daarnaast eveneens de kapitaalrente ongunstig beïnvloeden. Het hypotheekbankbedrijf heeft in een aanmer kelijke mate tot een verhoging van de jaarwinst bijgedragen. In het afgelopen jaar werd voor f1 57-659-°°o,- aan hypothecaire geldleningen ge sloten, waarbij moet worden aangetekend dat de depots verder terugliepen; een verschijnsel dat wij in ons vorig jaarverslag hebben geanalyseerd. Daar in totaal voor een bedrag van 134.353.000,-werd afgelost, steeg onze hypothecaire portefeuille per saldo met ƒ23.306.000,-. In tijden van een relatief geringe produktie zal, daar produktie geld kost, de winst de neiging hebben toe te nemen; ook de hoge rente op de kapitaalmarkt heeft de jaarwinst in deze sector gunstig beïnvloed. De hoge rentestand had een ongunstige invloed op de uitkomsten van de onroerend-goed-sector. De ontwikkelingsprojecten van de n.v. ‘Gemeen schappelijk Eigendom’, die in een tijd van aanmer kelijk lagere rente en een geringere produktiviteit in de bouw werden geëntameerd, ondervonden de nadelige invloeden van de hoger geworden kapi taalrente. Na gereedkomen brengen deze objecten wel de bij hun opzet berekende huren op, maar door de hoge rendementseisen die de kapitaalmarkt stelt, blijft hun verkoopwaarde casu quo hun beleggings waarde veelal bij de stichtingskosten ten achter. In ons jaarverslag over 1966 hebben wij van deze ont wikkeling reeds melding gemaakt en terwille van een evenwichtige groei op langere termijn in de n.v. Gemeenschappelijk Eigendom’ voorzieningen ge troffen, waardoor de winst over 1966 geheel in het bedrijf werd gehouden. Ook bij de exploitatie van het oude onroerend-goed- bezit valt een teruggang in de resultaten waar te nemen. De per 1 juli 1967 ingegane huurverhoging was ontoereikend om de gestegen kosten van rente lasten en exploitatie-uitgaven op te vangen. Doordat op enkele afgestoten nieuwbouw-objecten winst werd gemaakt, bleef de jaarwinst van de n.v. ‘Gemeenschappelijk Eigendom’ over 1967 ongeveer gelijk aan die over 1966. De afbouw van de ultimo 1966 in aanbouw zijnde werken vond in 1967 gestadig voortgang, waarbij enkele objecten in de loop van 1967 geheel of nage noeg geheel gereedkwamen. De gereedgekomen woningen werden gedeeltelijk verkocht en gedeel telijk in verhuur genomen. De ontwikkeling van het plan Hoog-Catharijne te Utrecht, welk plan in combinatie met Bredero Vastgoed wordt uitgevoerd, vindt regelmatige voortgang. Verwacht wordt dat met het eerste deel- object in 1968 zal worden gestart. Op grond van het bovengeschetste beeld hebben wij met het oog op een gezonde ontwikkeling in de toekomst gemeend een krachtige reserverings- politiek te moeten voeren, een extra dotatie te moeten doen aan het ondernemingspensioenfonds, zomede een belangrijke afschrijving op de nieuw bouw van ons kantoor te Amsterdam te moeten toepassen. HYPOTHEKEN 980.000.000,—

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1967 | | pagina 25