parlement zal worden gesanctioneerd, zal dit een belangrijke stimulans geven aan de bereidheid van al degenen, die bij exploitatie en financiering van onroerend goed betrokken zijn, om mede te werken aan een goede volkshuisvesting. Van de genomen en te nemen maatregelen achten wij, naast de duidelijke uitspraak die wij hierboven releveerden, de belangrijkste: de gelijkstelling in subsidiëringsregeling tussen woningwet- en parti culiere bouw en de mogelijkheid van een algemene huurverhoging in niet-geliberaliseerde delen van het land. De logische consequentie van de twee doelstellingen van het beleid, op den duur subsidiëring alleen voor sociaal zwakkeren en principiële gelijkstelling van subsidieregeling voor woningwet- en particuliere bouw, is een geleidelijke inperking van de bouw in de woningwetsector. De regering heeft hiermede een begin gemaakt door in haar bouwprogramma voor 1968 het aantal woningwetwoningen in beginsel terug te brengen van 60.000 naar 50.000 woningen. Dit aantal zal gedurende de aanpassingsperiode be horen te worden teruggebracht tot het kwantum dat nodig is om de behoefte aan woonruimte voor de so ciaal zwakkeren te dekken. Dit behoeft geen afbreuk te doen aan de kwaliteit van te bouwen woningwetwoningen, aangezien aan de sociaal zwakkeren een adequate individuele huurtoeslag zal behoren te worden gegeven. Tij dens de overgangsfase is het beleid er mede op ge richt verhoogde subsidies toe te kennen voor wo ningen, die duidelijk bestemd zijn voor sociaal zwakkeren. Het wetsontwerp huurdersbijdrage tracht mede een stoot in de geschetste richting te geven. In het ver leden hebben wij hiertegen reeds onze bezwaren kenbaar gemaaktook na de wijzigingen in het wets ontwerp door de Minister aangebracht, blijven wij deze regeling onjuist achten. Voortschrijdende 12-maands gemiddelden van begonnen en vol tooide woningen* in opdracht van particulieren en van Rijk, Gemeenten en Woningbouwverenigingen. Bron: C.B.S. ♦van 1959 af inclusief bijzondere wooneenheden en boerderijen. In opdracht van Rijk enz. begonnen voltooid particu lieren aantal woningen 6500 ultimo juni ’57 >5

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1967 | | pagina 20