als men slechts de moed heeft het thans bestaande
huur- en subsidiebeleid in een snel tempo af te bre
ken. Wanneer men evenwel dat beleid in stand
houdt totdat er een evenwichtstoestand bereikt zal
zijn, kan dat nog een geruime tijd duren. De enige
juiste aanpak is in de afbraak van het huur- en
subsidiebeleid bewust een eind vooruit te lopen op
die beoogde evenwichtstoestand. Dan zal namelijk
blijken dat een herstel van de vrije markt via het
prijsmechanisme vele in de loop der tijd scheefge
trokken verhoudingen zal gaan rechttrekken. Hoe
eerder wij de impasse doorbreken en langs die weg
het evenwicht naderbij brengen, des te eerder zal
er een eind komen aan de tendens van tot in het
oneindige doorgaande huurverhogingen.
In een vrije maatschappij is het niet mogelijk het
woonruimteprobleem op te lossen met overheids-
woningbouw en met allerlei openlijke en verkapte
subsidies. Het is slechts op te lossen als belegging in
woningen door particulieren en private instellingen
een redelijk aantrekkelijke investering voor bespa
ringen wordt.
Tegenwoordig is echter juist het tegendeel het
geval. Bij de hoge rente en het bewust drukken van
de huurprijs door de Overheid door subsidiëring
in allerlei vorm is belegging door de private sector
in woningbouw voor de verhuur zo onaantrekke
lijk geworden, dat steeds meer beleggers daar
van afzien.
Ons concern nam deel in enige ontwikkelingspro
jecten. Hiervan is het Hoog-Gatharijne-proj eet in
Utrecht het voornaamste; dit werd opgezet in sa
menwerking met de Brederogroep.
Bij zulke projecten is de opzet, dat het risicodragend
kapitaal daarvoor ten dele verschaft wordt door
onze dochteronderneming n.v. Gemeenschappe
lijk Eigendom en ten dele door de partner in zulk
een project. Onze hypotheekbank beperkt zich
dan tot haar taak om te zijner tijd de eventueel be
nodigde normale eerste hypothecaire financiering
op het door zulk een maatschappij te stichten on
roerend goed te verzorgen.
Door het samengaan van een ontwikkelingsinstel
ling, een exploitatiemaatschappij en ons financie-
ringsinstituut kan bij de ontwikkeling van zulke
projecten van de aanvang af de ervaring vanuit de
diverse gezichtshoeken worden ingebracht, waar
door de meest verantwoorde opzet kan worden
verkregen.
Bij dergelijke ontwikkelingsprojecten gaat de voor
keur uit naar bedrijfspanden, omdat die niet de
economische ondergraving van door de Overheid
gesubsidieerde concurrentie te duchten hebben.
Natuurlijk is ook in verkoop en exploitatie van b;
drijfspanden een concurrentie te verwachten,
onder meèr door de voorkeur van sommige onder
nemingen voor het bouwen van een eigen pand op
eigen grond.
Zoals ook in het verleden gebeurde, onderneemt
Gemeenschappelijk Eigendom ook zonder partners
ontwikkelingsprojecten. De voorkeur gaat in die
gevallen uit naar projecten waarbij het mogelijk
is bij voorbaat een belangrijk deel te verkopen
c.q. voor langere tijd te verhuren.
In de loop van het verslagjaar werden, al dan niet in
combinatie met derden, plannen in voorbereiding
genomen in de Gemeenten Amsterdam, Diemen,
Haarlem, Delft en Wageningen. Deze plannen om
vatten winkelcomplexen, flatbouw, eengezinswo
ningen en bedrijfsgebouwenvoor diverse van deze
objecten werd inmiddels de aanvraag ter verkrij
ging van rijksgoedkeuring ingediend. Rijksgoedkeu-
19
ONTWIKKELING ONROEREND GOED