Verslag van de directie over het boekjaar 1965
Het verslagjaar werd gekenmerkt door overbeste-
ding; hoewel de besparingen hoog bleven, waren
zij niet toereikend om aan de kapitaalbehoefte van
de in omvang en prijs toenemende investerings
plannen te voldoen.
Dientengevolge werd de kapitaalmarkt door het
grote daarop gedane beroep uitgesproken krap,
terwijl de rentevoet tot een haast ongekend hoog
peil steeg. Daaruit bleek duidelijk, dat de totale
kapitaalvraag voor investeringsplannen de vorming
van nieuwe besparingen overtrof. Dit is de uit de
historie welbekende situatie van overbesteding,
die, als het beleid niet tijdig gewijzigd wordt, op
een financiële crisis of op een uitholling der werke
lijke inkomens door inflatie moet uitlopen.
De diepere oorzaak ligt in de omstandigheid, dat,
door de gunstige ontwikkelingen na de oorlog, een
stemming gewekt was dat ‘het niet meer op kon’.
Thans blijkt echter dat ons land trachtte de grens
der mogelijkheden te overschrijden. Dit is uitge
lopen op het aan de dag treden van financierings-
moeilijkheden. Zij dwingen ons tot een keuze uit
het alternatief óf onze investeringen te matigen óf
onze consumptie te beperken.
Het in het voorjaar opgetreden nieuwe kabinet deed
geen poging de consumptie te beperken en voerde
daarenboven haar investeringsplannen verder op.
Een vergroot beroep van de Overheid op de natio
nale besparingen heeft bij de vrij stabiele kapitaal
vorming tot gevolg, dat er minder kapitaal ter be
schikking blijft voor de private investeringen. Voor
zover de investeringen van de Overheid minder
economisch zijn dan die van de private sector, gaat
dit ten koste van onze toekomstige welvaart.
Na de reeds jaren durende overspanning van de
arbeidsmarkt, waardoor het prijsniveau is opge
dreven, is thans de kapitaalmarkt onder zware druk
gezet.
De Overheid heeft met ingang van 1966 haar dek-
kingsplan verhoogd, waardoor de inflatoire invloed
van de Overheidshuishouding voor dat jaar ge
ringer zal zijn dan hij in 1965 was. Er valt echter
geen neiging bij de Overheid te bespeuren haar uit
gavenprogram te matigen.
In deze omstandigheden is het onjuist de woning
bouw, die op een groot deel van onze nationale be
sparingen beslag legt, verder op te voeren. Het ge
volg hiervan kan slechts zijn een uitholling van de
koopkracht van onze inkomens door inflatie en een
aantasting van onze bestaansmogelijkheden in de
internationale economie.
De mede door het ambitieuze woningbouwpro-
gramma veroorzaakte spanning op de kapitaal
markt heeft daarnaast tot directe consequentie dat
de particuliere woningbouw door de Overheids-
bouw wordt verdrongen.
De belangrijke stijging van de rentevoet in 1964
zette zich, na een korte adempauze als gevolg van
kapitaalimport, in 1965 voort.
Op de open kapitaalmarkt werd zowel door de
Overheid als door het bedrijfsleven aanzienlijk
meer kapitaal opgenomen.
Van het totale beroep op de open kapitaalmarkt
ad ƒ2370 miljoen is 1153 miljoen een beroep van
de Overheid geweest. (Bron C.B.S.)
In tegenstelling met vorige perioden van overbe
steding trad de rentestijging eerder en krachtiger
in werking bij de eerste tekenen van een neiging tot
overbesteding.
ALGEMEEN
KAPITAALMARKT