Statutenwijziging
Op verscheidene punten ondergingen onze statu
ten een modernisering. De leeftijdsgrenzen voor le
den van de commissie van toezicht en directeuren
werden verlaagd. De tantièmeregelingen werden in
dier voege gewijzigd dat de winstaandelen niet meer
beïnvloed worden door kapitaalsuitbreiding, wijze
van reservering en aantal winstgerechtigden, doch
uitsluitend bepaald worden door het uitgekeerde
dividend.
Vanuit dezelfde gedachte werd de liquidatiebepa-
ling gewijzigd, zodat thans uitdrukkelijk is vastge
steld dat het liquidatiesaldo geheel aan aandeel
houders toekomt.
De statutaire bepaling omtrent het maximum aan
vreemd vermogen - pandbrieven en onderhandse
leningen - dat de bank mag opnemen in verhou
ding tot het bedrag van haar eigen vermogen werd
verruimd, in dier voege dat deze statutair toegela
ten maximumverhouding van 15 op i werd ge
bracht naar 25 op 1Deze verruiming vloeit voort
uit de groei van het hypotheekbankbedrijf. Ten
tijde van de oprichting van de eerste hypotheek
banken tegen het einde van de vorige eeuw was hy-
potheekverlening in de huidige institutionele vorm
nog onbekend en moest het hypotheekwezen nog
zijn vorm vinden en zijn functie en waarde bewij
zen. Bij de oprichting van de in den beginne veelal
plaatselijk werkende kleine hypotheekbanken werd
voor de verhouding van vreemd en eigen vermogen
een maximum van 1 o op 1 aangenomen en als sta
tutaire bepaling vastgelegd. Bij deze eerste hypo
theekbanken ontbrak nog de ervaring, ontbrak nog
een inspectie- en een kredietbeoordelingsapparaat,
terwijl de concentratie van de kredietgeving op
een klein deel van ons land het bedrijf en de kre
dietportefeuille gevoelig maakte voor de specifieke
ontwikkeling van de betrokken streek. Sindsdien is
het hypotheekbankbedrijf veel sterker geworden
door de concentratie in een klein aantal grote lan
delijke hypotheekbanken, die behalve over veel er
varing en een landelijk overzicht ook beschikken
over een uitgebreid en beproefd apparaat voor kre-
dietbeoordeling. In deze grote landelijke hypotheek
banken is de spreiding van de kredietportefeuille in
vele opzichten - naar plaatsen, naar aantal en soor
ten objecten en naar aantal en soorten debiteuren -
ook veel groter geworden. Door de groei van de hy
pothecaire portefeuille werd het noodzakelijk het
statutaire verhoudingsgetal te verhogenenige j aren
geleden werd het naar 15 op 1 gebracht, bij de laat
ste statutenwijziging naar 25 op 1De betekenis van
deze bepaling is niet groot, omdat de soliditeit van
een hypotheekbank niet wordt beheerst door de sim
pele rekenkundige verhouding tussen vreemd en ei
gen vermogen. In werkelijkheid hangt zij af van
het gehalte van de kredietportefeuille en van de
termijnen, waarvoor de bank het vreemde vermo
gen heeft opgenomen. Op het laatste punt is ons
beleid steeds geweest, dat de gemiddelde looptijd
van onze verplichtingen langer moet zijn dan de
gemiddelde looptijd van onze uitzettingen, zodat
wij te allen tijde onze verplichte aflossingen zullen
kunnen verrichten uit de door onze kredietnemers
aan ons verschuldigde aflossingen.
Het fundament voor de bescherming van onze geld
gevers en dus uiteindelijk ook voor onze aandeel
houders - ligt in de statutaire bepaling, dat wij te
genover het opgenomen vreemde vermogen ten
minste hetzelfde bedrag aan eerste hypothecaire
vorderingen en enige statutair daarmede gelijkge
stelde vorderingen op derden moeten bezitten.
De verruiming van het eerder genoemde statutaire
maximum heeft de anomalie weggenomen, dat wij
alleen uit hoofde van een statutair voorschrift ons
eigen vermogen door een aandelenemissie zouden
moeten uitbreiden om in staat te zijn aan de groei
ende vraag naar ons krediet te voldoen. De nor
male beleidsoverwegingen voor het uitbreiden van
het eigen vermogen, wanneer een onderneming een
duurzame groei meemaakt, blijven natuurlijk gel
den en op grond van zulke overwegingen hebben
wij dan ook dit jaar ons aandelenkapitaal door de
eerder genoemde emissie uitgebreid.
21