Hypothecaire leningen
op 2 januari 1964 werd dan ook begonnen met de
uitgifte van 5 pandbrieven pari.
Van de mogelijkheden tot conversie werd ook dit
jaar een bevredigend gebruik gemaakt.
De in het verslagjaar aangetrokken middelen droe
gen gemiddeld een hogere rente dan de per 1 janu
ari 1963 reeds opgenomen bedragen.
Aangezien bovendien de rente van de terug te be
talen bedragen lager was dan die van de per 1 ja
nuari reeds opgenomen middelen, steeg de gemid
delde rente van de per het einde van het boekjaar
uitstaande pandbrieven en schuldbekentenissen en
wel tot 4,1842 tegen gemiddeld 4,0660 per ul
timo 1962.
In 1963 plaatsten wij aan pandbrieven tot een be
drag van/99,2 miljoen, terwijl voor/57,i miljoen
De netto hypothecaire produktie was in het ver
slagjaar wederom groter dan in enig vorig jaar; zij
bedroeg 182,9 miljoen tegen 164,4 miljoen in
1962. Mede als gevolg van de hogere portefeuille
gaven ook de aflossingen een stijging te zien; het
totaal der aflossingen bedroeg namelijk ƒ78,2 mil
joen tegen 63,4 miljoen in 1962. De netto vooruit
gang in 1963 bedroeg derhalve 104,7 miljoen te
gen 101 miljoen in 1962.
Het aantal uitstaande leningen nam in 1963 min
der sterk toe dan in 1962, enerzijds doordat ten op
zichte van 1962 minder leningen werden gesloten,
anderzijds doordat een groter aantal leningen werd
afgelost. Als gevolg hiervan vertoont het gemiddeld
uitstaande leningbedrag per ultimo 1963 een toe
name ten opzichte van ultimo 1962; het bedraagt
ƒ41.800,- per 31 december 1963 tegen 37.700,-
per 31 december 1962.
Voor een gedeelte is deze toename een gevolg van
de in 1963 verstrekte leningen aan coöperatieve
verenigingen.
In onze laatste jaarverslagen wezen wij erop, dat
op onderhandse leningen werd gesloten. Te zamen
ƒ156,3 miljoen tegen in 1962 ƒ168 miljoen.
Van de geplaatste onderhandse leningen had
20.725.000,- een zelfde looptijd als die der pand
brieven 19.600.000,- werd gesloten met een gemid
delde looptijd tussen 5 en 10 jaar, terwijl de overige
schuldbekentenissen een kortere looptijd dan 5
jaar hebben.
Op 31 december 1963 stond uit een bedrag van
ƒ461,4 miljoen aan pandbrieven en ƒ264,2 mil
joen aan schuldbekentenissen. Te zamen 725,6 mil
joen tegen ultimo 1962 ƒ628,5 miljoen.
Pandbrieven en
schuldbekentenissen 725.600.000,
bij een lening aan een coöperatieve flatexploitatie-
vereniging juridisch gezien slechts één lening tot
stand komt, hoewel economisch gezien van een be-
*9
Gemiddelde bedrag per uitstaande lening 1963
Groningen
Friesland
Drente
Overijssel
Gelderland
Utrecht
*Noord Holland
**Zuid Holland
Zeeland
Noord Brabant
Limburg
Amsterdam
’s-Gravenhage
Rotterdam
Nederland
0 10 20 30 40 50 60 70
X 1 duizend gulden
exclusief Amsterdam exclusief Rotterdam en 's-Gravenhage