3
3
l6
I# I
bedrijf de produktie per arbeidsuur in een gemid
deld tempo van omstreeks 2 per j aar is toegeno
men. Hierin heeft het bouwbedrijf een achterstand
opgelopen ten aanzien van de gehele Nederlandse
industrie, waar de overeenkomstige toeneming om
streeks 5 per jaar bedroeg. Zelfs al zou het bouw
bedrijf in de toekomst bij iets minder overspanning
slechts een deel van die achterstand kunnen inlopen,
dan zouden de bouwkosten bij hetzelfde loonpeil
10 20 kunnen dalen. En wanneer de produkti-
viteitsstijging in de bouw in de toekomst niet meer
dan het bescheiden tempo van 2 a 2| zou aan
houden, dan zouden daaruit reeds evenredige loons
verhogingen kunnen worden opgevangen, zonder
dat dit tot verhoging van bouwkosten zou behoeven
te leiden. Overigens zou alleen al een verkorting van
de thans excessief lange bouwtijden, de stichtings-
kosten van gebouwen door rentebesparing met 3
5 kunnen verlagen. Allerminst ondenkbaar is, dat
niettegenstaande een tendens tot voortgezette loons
verhoging, in de toekomst voor evenveel guldens of
zelfs voor minder dan thans gebouwd zal kunnen
worden.
Het is dus zeer wel mogelijk, dat in de toekomst de
bouwlonen verder zullen stijgen en dat desondanks
de bouwkosten zouden dalen. Voor deze veronder
stelling ligt ook nog een aanwijzing in de omstan
digheid, dat het peil van de bouwkosten voor ge
bouwen in de achterliggende tijd veel meer geste
gen is dan het peil van de kosten van fabriekspro-
dukten en in de omstandigheid dat het peil van de
bouwkosten in ons land internationaal vergeleken
bepaald niet laag ligt. Het ligt niet in de verwach
ting, dat de lonen in het bouwvak in de toekomst
even hard zullen blijven stijgen als in het achterlig
gende decennium, waarin de arbeidskosten per ge
werkt uur met het excessieve percentage van ge
middeld 7% per jaar toenamen.
De gedachte, dat de huidige bouwkosten een bo
dem in de markt leggen voor de toekomstige on-
roerend-goed-prijzen over het geheel genomen,
kunnen wij dus niet verantwoord achten.
Hoewel de technische slijtage en technische verou
dering van gebouwen slechts gering is en een con
creet gebouw uit dien hoofde een technische levens
duur van een eeuw of langer kan hebben, neemt de
economische levensduur veel sneller af. De verou
dering zal een steeds grotere rol gaan spelen en dat
treedt pas ten volle aan de dag wanneer de bouw
markt zo ruim zal zijn geworden, dat elke gegadig
de voor woon- of bedrijfsruimte uit verschillende
mogelijkheden kan kiezen. Deze veroudering zal
sterk worden beheerst door de veranderingen in
verkeers- en levenspatroon, welke zich allengs vol
trekken.
De toeneming van het autobezit zal in tal van op
zichten de attractie van de speciale ligging van be
staande gebouwen doen verminderen en op andere
plaatsen de situering meer gezocht maken. Hoewel
ons land reeds vele auto’s telt, is de auto nog geen
massabezit geworden. De vloedgolf van auto’s staat
ons nog te wachten, met alle consequenties voor
verkeersstromen en woon- en leefgewoonten. Qua
ruimte, indeling en comfort zullen de woningen en
bedrijfsgebouwen van de toekomst aan andere eisen
Ontwikkeling bouwprijzen (1953= 100)*
Cl V
onn
zuu
190
180
170
160
150
140
130
120
i
Mi
4
110
100
’53 ’54 ’55 ’56 ’57 ’58 ’59 '60 ’6
Indexcijfers voor periode
1953-1962 ontleend aan ■■JUurlonen
publikaties van het E.I.B.; Prijspeil bouv
voor 1963 zijn het ge- Prijspeil bouv
schatte waarden.
De indexcijfers hebben betrekking op het geheel van de
bouwnijverheid inclusief de onderhoudssector, welke voo
king heeft op gebouwen en voor 1/5 op weg- en waterbc
ontleend aan publicaties van het Economisch Instituut vo
nijverheid voor de jaren t/m 1962, en voor 1963 zo goed
taxeerd. Uit de grafiek blijkt, dat het prijspeil van de bo
minder sterk is gestegen dan de uurloonkosten. Dat is v
te danken aan de veel geringere stijging van de prijze
materialen en aan toeneming van de productiviteit.
De prijzen hebben betrekking op de gehele bouwnijve
sief onderhoudssector en weg- en waterbouw.
’62 ’6
/materialen
/productie
Nederlandse
r 4/5 bet re k-
iuw. Zij zijn
or de Bouw-
mogelijk ge-
uwproductie
oor een deel
n van bouw-
rheid, inclu-
3