Deelneming in onroerend goed maatschappijen Onder het hoofd „Nieuwe ontwikkelingen bij de fi nanciering” hebben wij reeds uiteengezet, waarom de oprichting van, dan wel deelneming in, on roerend goed maatschappijen noodzakelijk werd geacht. Zo memoreerden wij reeds de oprichting van de naamloze vennootschap „E.F.G. 1” (Exploitatie- maatschappij Friesch-Groningsche) N.V. Het aan delenkapitaal van deze vennootschap bedraagt ƒ500.000,waarvan 101.000,geplaatst en volgestort is. Daarnaast verwierven wij een meerderheidsbelang in de N.V. „Gemeenschappelijk Eigendom”, Maat schappij tot Exploitatie van Woon- en Winkel huizen, gevestigd te ’s-Gravenhage. Zoals deze naam reeds aanduidt bestaat het onroerend goed van deze vennootschap in hoofdzaak uit courante woon- en winkelhuizen, objecten waarbij het ren- dementscriterium sterk op de voorgrond treedt. Voor een inzicht in de balanspositie van de ven nootschap verwijzen wij naar pagina 40, waar een geconsolideerde balans van de N.V. „Gemeen schappelijk Eigendom” is opgenomen. Indien de onroerende goederen van het G.E.- concern niet tegen historische kostprijs maar tegen rendementswaarde op basis van 7^% worden ge waardeerd, ontstaat een meerwaarde van ruim f 40 miljoen, waarop uiteraard een fiscale claim rust. De contante waarde van deze claim kan betrekke lijk laag worden gewaardeerd, omdat de liquidatie van het onroerend goed eerst in een verre toekomst is te verwachten. Rekening houdend met de con tante waarde van deze fiscale claim is de intrin sieke waarde van het G.E.-concern op circa 45 miljoen te stellen. Van het gewone aandelenkapitaal van de N.V. „Gemeenschappelijk Eigendom” bezitten wij mo menteel ongeveer 95%, terwijl wij van het pre ferente winstdelende aandelenkapitaal ongeveer 52 in ons bezit hebben. Dit bezit vertegenwoor digt ongeveer 75 van de uit te brengen stemmen. Indien wij ons aandelenbezit in geld rekenen tegen de overnamekoersen van 1000% voor de gewone aandelen en 230 voor de preferente aandelen be zitten wij ongeveer 90 van de intrinsieke waarde van het uitstaande aandelenkapitaal; op basis van een intrinsieke waarde van 45 miljoen, vertegen woordigt ons meerderheidspakket een waarde van ongeveer ƒ40 miljoen, bij een boekwaarde van rond 36 miljoen. Statutenwijziging Hoewel de tekst der bestaande statuten deelneming in onroerend goed maatschappijen toeliet, werd het toch beter geoordeeld in artikel 4 der statuten, waarin het doel der vennootschap staat vermeld, exact te omschrijven welke activiteiten mede tot de doelstelling behoren. De voorbereidingen voor deze statutenwijziging werden reeds in 1962 getroffen, terwijl op de bui tengewone vergadering van aandeelhouders d.d. 25 januari 1963 de wijziging met algemene stem men werd goedgekeurd. Ook de ministeriële ver klaring van geen bezwaar werd inmiddels ver kregen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1962 | | pagina 24