de hypothecaire portefeuille van de provincies Overijssel en Gelderland in 1962 met 18,7 miljoen tegen 7,3 miljoen in 1961. Voor Noord-Brabant en Limburg was de vooruitgang 14,6 miljoen tegen 8,7 miljoen in 1961. In percentages uitge drukt bedroeg de stijging van de portefeuille, ge rekend over een periode van driejaar, zowel voor de provincies Overijssel en Gelderland als voor de provincies Noord-Brabant en Limburg rond 200%, tegen een gemiddelde stijging van 70% voor het overige gedeelte van het land. Nadere gegevens betreffende een verdeling naar ligging, aard en grootte van de hypothecaire le ningen zult U aantreffen op pagina 35 van dit ver slag. In het op die pagina geplaatste overzicht is de hypothecaire produktie, evenals in de op pagina 36 en 37 vermelde statistiek, opgenomen voor het bru to bedrag, dat wil zeggen inclusief oversluitingen. Hypotheken 661.300.000,— In ons vorig verslag wezen wij erop, dat bij een lening van een coöperatieve flatexploitatievereni- ging juridisch gezien slechts één lening tot stand komt, hoewel economisch gezien van een belang rijk groter aantal leningen kan worden gesproken, mede doordat elk lid/bewoner zich borg stelt voor het door hem ontvangen deel van de hypothecaire lening. Indien wij elk lid/bewoner als een afzonder lijke leningdebiteur zouden beschouwen, zou ons leningaantal met 5500 vermeerderen. Dit betekent dat het gemiddelde leningbedrag, dat juridisch be zien per ultimo 1962 ƒ37.700,bedroeg, econo misch gezien slechts 28.700,zou bedragen. Indien wij, uitgaande van de juridische cijfers, de gemiddelde lening- grootte per provin cie, c.q. per stad be zien, blijkt er een re gelmatige regionale spreiding te bestaan. De grafiek op deze pagina illustreert dit duidelijk. Onze debiteuren voldeden in het al gemeen goed aan hun verplichtingen. Slechts in 19 geval len moest tot execu tie van het onder pand worden over gegaan. In 17 geval len overtrof de op brengst der executie het bedrag van onze vordering, terwijl in 2 gevallen het onder pand geheel of ge deeltelijk werd inge kocht. Het betrof in beide gevallen klei- Gemiddelde bedrag per uitstaande lening ultimo 1962 *9 Gr. Fr. Dr. Ov. Gld. Utr. Nh. Zh. Zld. Nb. L. A. '«-Gr. R. Nederl.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1962 | | pagina 21