Pandbrieven en schuldbekentenissen Nadat op 22 december 1961 de uitgifte van 4i% pandbrieven tegen een koers van 100 was ge staakt, gingen wij op 2 januari 1962 wederom tot uitgifte van 4^% pandbrieven over, nu echter tegen een koers van 99%. Na een aanvankelijke verhoging van de uitgiftekoers, n.1. tot 99J op 26 februari, daalde de koers via 99% op 1 mei tot 98 op 14 mei, waarna de uitgifte op 25 mei werd gestaakt. Inmiddels waren wij op 14 mei reeds overgegaan tot uitgifte van 4^ pandbrieven tegen een koers van 100%. Op 16 juni verlaagden wij deze koers tot 99 en °P 23 juni tot 98 waarna de uitgifte op 17 juli werd stopgezet. Tegelijk met de verlaging van de koers van uitgifte der 4^% pandbrieven tot 98% op 23 juni, gingen wij over tot uitgifte van 4! pandbrieven tegen een koers van 100%; deze uitgifte werd op 15 sep tember gestaakt. Op 22 oktober stelden wij opnieuw 4^% pand brieven beschikbaar en wel tegen een koers van 99%. Deze uitgifte werd, behalve voor conversie van per 1 december uitgelote pandbrieven, weer stopgezet op 12 november. Op 28 december ten slotte maakten wij bekend, dat Hypothecaire leningen De netto hypothecaire produktie was in het ver slagjaar groter dan in enig vorig j aar. Zij steeg dit jaar tot/164,4 miljoen (vorig jaar ƒ137,5 miljoen), terwijl het bedrag der aflossingen tot/63,4 miljoen opliep (vorig jaar/47 miljoen)als gevolg van bei de factoren werd voor het eerst in de geschiedenis van ons concern een netto vooruitgang der hypo thecaire portefeuille van meer dan 100 miljoen bereikt. Hoewel men zou hebben kunnen verwachten dat de stijging der hypothecaire produktie in belang rijke mate haar oorzaak zou vinden in hogere weer 4 J pandbrieven zouden worden afgegeven, nu tegen een koers van 99! Van de mogelijkheden tot conversie werd ook dit jaar een bevredigend gebruik gemaakt. De gemiddelde rente van de gedurende het verslag jaar aangetrokken middelen was wederom hoger dan die van de per ultimo vorig jaar opgenomen bedragen. Mede als gevolg hiervan steeg de ge middelde rente van de per het einde van het boek jaar uitstaande pandbrieven en schuldbekentenis sen tot 4,0660 tegen gemiddeld 3,9209 per ul timo 1961. In 1962 plaatsten wij voor een bedrag van 79,9 miljoen aan pandbrieven, terwijl onderhandse le ningen werden gesloten tot een bedrag van 88,1 miljoen, tezamen 168 miljoen, tegen in totaal 123,3 miljoen in 1961. Op 31 december 1962 stond een bedrag van 377,8 miljoen aan pandbrieven en 250,7 miljoen aan schuldbekentenissen uit, of in totaal 628,5 miljoen, tegen in totaal 495,8 miljoen per ultimo 1961. Pandbrieven en schuldbekentenissen 628.500.000,— leningen per onderpand - mede in verband met de prijsstijgingen op de markt van onroerend goed bleek de gemiddelde grootte van de gesloten le ningen nagenoeg gelijk te zijn gebleven. Zij be droeg ƒ50.800,tegen ƒ49.100,in 1961 en 52-4°°)m i960. De voortdurende stijging der hypothecaire produktie moet dan ook in hoofdzaak verklaard worden uit een grotere vraag naar hypo thecaire kredieten. Het is verheugend te kunnen mededelen, dat de in de afgelopen j aren geopende kantoren te Arnhem en Eindhoven in stijgende mate in de produktie hebben bijgedragen. Zo steeg 18

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1962 | | pagina 20