direct voor het totale bedrag der lening als hypo
thecaire produktie wordt aangemerkt.
Volgens de hierboven geschetste gangbare methode
bedroeg onze produktie aan hypothecaire leningen
157,1 mln., ongeacht de verlengingen tot een be
drag van ƒ45,8 mln.
Indien wij de aflossingen als gevolg van oversluiting
van bestaande leningenhiervanaftrekken,bedroegen
de netto sluitingen 130,3 mln., d.i. 36% van de op
1 januari i960 uitstaande hypothecaire portefeuille.
De aflossingen bedroegen volgens de gangbare boe-
kingsmethode ƒ67,2 mln.indien wij de aflossingen
als gevolg van oversluiting van bestaande leningen
buiten beschouwing laten, bedroegen de netto af
lossingen ƒ40,4 mln., d.i. 11% van de op 1 januari
i960 uitstaande hypothecaire portefeuille.
De uitbreiding bedroegƒ89,9 mln., d.i. 25% van de
op 1 januari i960 uitstaande hypothecaire porte
feuille.
Indien wij de toename ad ƒ20,8 mln. van de voor
voltooiing van hypothecair verbonden onderpan
den ingehouden bedragen (op 1 januari bedragen-
de ƒ3,6 mln. en op 31 december 24,4 mln.), niet als
hypothecaire produktie van dit verslagjaar be
schouwen, dan bedraagt de uitbreiding der hypo
thecaire portefeuille ƒ69,1 mln.; de netto-porte-
feuille bedraagt dan ƒ426,8 mln.
Wij zullen terwille van de vergelijkbaarheid der
cijfers ten opzichte van vorige jaren de gangbare
wijze van boeking blijven volgen.
Op pag. 19 hebben wij een grafiek opgenomen die
de groeikracht van ons bedrijf in de laatste 10 jaar
duidelijk demonstreert.
Een overzicht van de mutaties van de hypothecaire
leningen is te vinden op pagina 9 van dit verslag,
terwijl een verdeling naar ligging, aard en grootte
op pagina 33 is opgenomen.
Onze debiteuren voldeden goed aan hun verplich
tingen.
Slechts 4 executies vonden plaats. Het betrof hier
leningen met een totaal bedrag aan restant hoofd
sommen van ƒ102.500,hierbij werd geen ver
lies geleden.
De gemiddelde rente van uitstaande hypothecaire
leningen steeg van 4,7676% per ultimo 1959 tot
4,9872% per ultimo i960.
Statutenwijziging en aandelenemissie
In de loop van het verslagjaar vond een wijziging
van de statuten van de bij ons concern aangesloten
hypotheekbanken plaats, waarbij werd bepaald dat
het uitstaande bedrag aan pandbrieven en schuld
bekentenissen het 15-voud van de som van geplaatst
maatschappelijk kapitaal en gezamenlijke reserves
niet mag overtreffen; voordien was de vermenigvul
digingsfactor 10. Deze vermenigvuldigingsfactor 10
was in het verleden min of meer toevallig ontstaan.
Zowel door de veel grotere spreiding van het risico
uit hoofde van de uitbreiding der hypothecaire por
tefeuille als door de krachtige jaarlijkse reserverin
gen achten wij de verruiming van de norm alles
zins verantwoord.
Door de normverruiming is het voorshands moge
lijk ook zonder kapitaaluitbreiding het bedrag der
opgenomen gelden en dus ook dat der hypothecaire
portefeuille aanzienlijk uit te breiden. Zoals hier-
voren in dit verslag reeds werd opgemerkt zal de
grootte der hypothecaire portefeuille in belangrijke
mate worden bepaald door de bouwactiviteit. Het
risico blijft derhalve bestaan dat de hypothecaire
portefeuille bij inkrimping der bouwactiviteit zal
terugvallen.
Een automatische uitbreiding van het aandelen
kapitaal bij een uitbreiding der hypothecaire porte
feuille is in verband met het permanente karakter
van de aan die uitbreiding verbonden kosten daar
om niet in alle gevallen rationeel.
Niettemin hebben wij het, los van het bovenstaan
de, ditmaal verantwoord geacht incidenteel het aan
delenkapitaal tegen het einde van het jaar met
25% uit te breiden. De inschrijving werd openge
steld op 2550 aandelen op naam elk groot ƒ1.000,
20