VERSLAG Van de Commissie op 29 februari 1956 door Pandbrief houders benoemd in de algemene verga
dering van aandeelhouders der naamloze vennootschap „Nederlandsche Hypotheekbank N.V.”
opgericht te Veendam (Art. 42 der Statuten).
-LX ondergetekenden, Mr. F. W. van der Berg, Directeur van de Bijbank Rotterdam
van de Amsterdamsche Bank N.V. en K. Z. J. Weenink, Chef Afdeling Geldbelegging
van de Sociale Verzekeringsbank te Amsterdam, leden der commissie benoemd door
pandbriefhouders volgens artikel 42 der Statuten, verklaren hierdoor, dat zij zich, na
alle door hen gevraagde inlichtingen van de directie te hebben verkregen en na inzage
van het accountantsrapport van het Accountantskantoor Joh. Doornbos te Groningen
en het Accountantsbureau opgericht door A. E. Meijer J. Hörchner te Amsterdam,
een menig hebben kunnen vormen over de toestand en het beheer der bank.
De overtuiging heeft zich bij hen gevestigd, dat de belangen van pandbriefhouders op
afdoende wijze verzekerd zijn.
Uit de verkregen inlichtingen en overgelegde stukken is de commissie gebleken, dat
het jaarverslag aan alle belanghebbenden de gelegenheid geeft een volledig en geheel
verantwoord beeld van de toestand der vennootschap te verkrijgen.
De commissie wil niet nalaten van haar waardering te getuigen over de wijze, waarop
de directie ook over dit boekjaar het beheer heeft gevoerd.
’s-Gravenhage, 12 februari 1957.
Nederlandsche Hypotheekbank N.V.
F. W. VAN DER BERG.
K. Z. J.WEENINK.
31