onze mining bereikt worden door in sneller tempo de huurprijzen aan te passen aan de
gestegen bouw- en onderhoudskosten en door een betere premieregeling. Verder be
hoort aan hen, die bereid blijken te zijn zich financiële offers te getroosten door in be
langrijke mate het risico van de gestegen bouwkosten voor eigen rekening te nemen,
meer dan tot dusver de gelegenheid te worden gegeven zelf te profiteren van de eigen
financiering door de beschikking over deze nieuw gebouwde woningen bij de eigenaar
te laten.
PERSONALIA
In de gewone algemene vergaderingen van aandeelhouders werden tot commissarissen
benoemd de Heren Mr. N. E. Rost Onnes en Mr. Dr. W. Dijckmeester, vroeger respec
tievelijk president-commissaris en directeur van de tot ons concern toegetreden Bataafsche
Hypotheekbank; in dezelfde vergaderingen werden als commissaris herkozen de Heren
Mr. H. Albarda, A. J. Brandt en Mr. D. U. Stikker. In de buitengewone algemene
vergaderingen van aandeelhouders van 18, 19 en 20 april 1956 werd Mr. J. de Wilde,
oud-directeur van de Bataafsche Hypotheekbank, met ingang van 1 juli 1956 tot direc
teur onzer instellingen benoemd.
Met waardering vermelden wij het feit, dat de heer Mr. C. A. Kingma ons in onze
werkzaamheden heeft bijgestaan gedurende de ziekte van de heer Mr. A. F. van Manen
en na diens overhjden tot het in functie treden van Mr.J. de Wilde.
Onze inspecteur, de Heer G. Hoogerkamp, overleed op 28 juli 1956. In hem verloren
wij een uiterst bekwaam en betrouwbaar adviseur, die ons gedurende 37 jaren heeft
terzijde gestaan.
Op 1 maart verliet onze dienst de Heer A. A. M. Evers en op 31 december de Heer
Mr. D. Bos, procuratiehouders respectievelijk van de Bataafsche Hypotheekbank en van
ons concern. Op eervolle wijze werd him ontslag verleend onder dankzegging voor het
geen zij voor onze instellingen hebben verricht. De Heer O. Feenstra, reeds procuratie
houder van de Bataafsche Hypotheekbank, werd met ingang van 5 oktober ook als zo
danig bij het kantoor te ’s-Gravenhage van de overige tot ons concern behorende ven
nootschappen aangesteld.
i
PENSIOEN RESERVE EN PENSIOE NSTICHTING
Voor dekking van de verplichtingen ten aanzien van de op 1 januari 1953 reeds ge
pensioneerden dient de op de balansen voorkomende „reserve voor pensioenen”. Voor
de overige pensioenen heeft de Stichting „Pensioenfonds Concern Friesch-Groningsche
Hypotheekbank” de pensioenverplichtingen van de Friesch-Groningsche -, de Neder-
landsche -, de Algemeene Friesche de Bataafsche en de aanvullende verplichtingen
van de Rotterdamsche Hypotheekbank overgenomen.
De verplichtingen van deze stichting, evenals die voor de reeds gepensioneerden, zijn
Concern