Concern Friesch-Groningsche Hypotheekbank N.V., Nederlandsche Hypotheekbank N.V., Rotterdamsche Hypotheekbank N.V. en Algemeene Friesche Hypotheekbank N.V. In Uw vergaderingen van 24 en 28 Februari 1955 werd de Heer Mr. W. A. Offekhaus tot commissaris benoemd. In dezelfde vergaderingen werden de Heren Mr. G. Nauta, W. A. Rasch enjACS. Rustige, die als commissaris aan de beurt van aftreden waren, herkozen. Aan de beurt van aftreden zijn thans de Heren Mr. H. Albarda, A. J. Brandt en Mr. D. U. Stikker. Wegens het bereiken van de daarvoor gestelde leeftijdsgrens bedankte de Heer Mr. G. Nauta ingaande 1 Juli 1955 als lid en voorzitter van de Commissie van Toezicht, terwijl hij in verband daarmede tegelijkertijd zijn functie van president van ons college neerlegde. Wij mogen hier uit drukking geven aan onze grote erkentelijkheid voor hetgeen Mr. Nauta voor onze instellingen heeft gedaan. Wij hadden in hem een zeer deskundige voorzitter, die op uitnemende wijze leiding gaf aan de vergaderingen van ons college en aan die van de Commissie van Toezicht. Het doet ons veel genoegen, dat hij als commissaris in functie blijft, zodat onze banken van zijn rijke ervaring kunnen blijven profiteren. Als opvolger van Mr. Nauta hebben wij Mr. C. A. Kingma tot president van ons college en tot lid en voorzitter van de Commissie van Toezicht benoemd. Mr. Kingma werd in Uw vergaderingen van 24 en 28 Februari 1955 tot commissaris benoemd, zulks met ingang van 1 Juli 1955. Op die dag legde Mr. Kingma zijn functie van directeur neer, als gevolg van het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd. Gaarne sluiten wij ons aan bij de woorden, welke de directie in haar verslag aan de afgetreden directeur wijdt. Door de Heer Kingma tot commissaris te benoemen heeft ook U uitdrukking gegeven aan grote waardering jegens zijn persoon en zijn levenswerk. Wij prijzen ons gelukkig dat Mr. Kingma in belangrijke functies voor de banken werkzaam zal blijven. Zoals uit het jaarverslag der directie blijkt, hebben wij in de loop van het jaar het bedrijf der Bataafsche Hypotheekbank overgenomen. Wij hebben kennis genomen van de door de directie opgemaakte en aan Uw vergaderingen over- gelegde jaarstukken onzer vennootschappen over 1955. De controle werd ook deze keer verricht door het Accountantsbureau opgericht door A. E. Meijer J. Hörchner te Amsterdam en het Accountantskantoor Joh. Doornbos te Groningen. Het resultaat van hun onderzoek blijkt uit hun hierna volgende verklaring. Op grond van de van de accountants verkregen gegevens, hebben wij de overgelegde balansen en winst- en verliesrekeningen goedgekeurd overeenkomstig de statuten. Wij adviseren U tot vaststelling de7fT stukken over te gaan en de uitkeringen te bepalen volgens de voorstellen der directie. Blijkens de jaarstukken bracht het afgelopen boekjaar voor het concern een verheugende vooruit gang en bevredigende resultaten. De directie en haar medewerkers brengen wij dank voor hun toewijding en hun arbeid in het belang onzer instellingen. Aan de algemene vergaderingen van aandeelhouders in de Het college van commissarissen.

Rabobank Bronnenarchief

Jaarverslagen Friesch-Groningsche Hypotheekbank / FGH Bank | 1955 | | pagina 28