VERSLAG van de Commissie op 2 Maart 1953
door Pandbriefhouders benoemd in de algemene
vergadering van aandeelhouders der naamloze
vennootschap „Nederlandsche Hypotheekbank N.V.”
opgericht te Veendam (Art. 42 der Statuten).
De ondergetekenden, Mr. L. E. A. Minderop, Directeur der Nederlandsche Crediet-
bank N.V. te ’s-Gravenhage en Mr. H. van Riel, Directeur R. Mees Zoonen, te
’s-Gravenhage, leden der commissie benoemd door pandbriefhouders volgens artikel 42
der Statuten, verklaren hierdoor, dat zij zich, na alle door hen gevraagde uitvoerige
inlichtingen van de directie te hebben verkregen en na inzage van het accountantsrapport
van het Accountantsbureau opgericht door A. E. Meijer J. Hörchner te Amsterdam
en het Accountantskantoor Joh. Doornbos te Groningen, een mening hebben kunnen
vormen over het beheer der bank.
De overtuiging heeft zich bij hen gevestigd, dat de belangen van pandbriefhouders
op uitnemende wijze worden behartigd.
Bijzonder aangenaam werd de commissie getroffen door het feit, dat haar uit
inlichtingen en overgelegde stukken bleek, dat het gepubliceerde jaarverslag aan alle
belanghebbenden de gelegenheid geeft een compleet en volledig verantwoord beeld van
de toestand der vennootschap te verkrijgen.
De commissie wil gaarne een woord van waardering uiten over de wijze, waarop de
directie ook over dit boekjaar het beheer heeft gevoerd.
Amsterdam, 11 Februari 1954. L. E. A. MINDEROP.
H. VAN RIEL.
17
Nederlandsche Hypotheekbank N. V.