Aan de Aandeelhouders der
Friesch=Groningsche Hypotheekbank N.V.
Nederlandsche Hypotheekbank N.V.
Rotterdamsche Hypotheekbank N.V.
Algemeene Friesche Hypotheekbank N.V.
Alvorens verslag uit te brengen van onze vennootschappen afzonderlijkgeven wij U de
Personaliaeen Algemeen Overzichtenige der voornaamste cijfers en de Balans met Winst
en Verliesrekening betreffende het gehele concern.
PERSONALIA.
In de algemene vergaderingen op 10 Maart 1952 van de Friesch-Groningsche Hypotheek
bank, de Nederlandsche Hypotheekbank en de Algemeene Friesche Hypotheekbank en
op 6 Maart 1952 van de Rotterdamsche Hypotheekbank werden de Heren J. H.
Groeneveld, Mr. Ph. A. J. Mees en Dr. E. van Welderen Baron Rengers, die als
commissaris aan de beurt van aftreden waren, herkozen.
Thans zijn aan de beurt van aftreden de Heren H. M. J. Blomjous, R. Buisman
en Mr. M. Tieleman.
In de samenstelling van de commissie van toezicht kwam dit jaar geen verandering.
Tot ons groot leedwezen moeten wij melding maken van het overlijden van de Heer
G. Warning, op 7 Januari 1953, kort nadat hij ons had medegedeeld wegens gezondheids
redenen zijn functie als commissaris te moeten neerleggen. Na zijn benoeming in 1936
tot commissaris bij de Nederlandsche Hypotheekbank heeft hij van zeer nabij aan de
opbouw van het concern der Friesch-Groningsche Hypotheekbank meegewerkt. Van 1940
tot 1950 had hij zitting in de commissie van toezicht. In deze periode van regelmatige
samenwerking hebben wij hem ten zeerste leren hoogachten wegens zijn weloverwogen
en bezonken zakelijk oordeel en zijn hoge menselijke eigenschappen. Zijn nagedachtenis
zal bij ons steeds in ere worden gehouden.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Door de vooruitgang van het bedrag aan uitstaande hypotheken met ƒ6.602.049,25
en van de in omloop zijnde pandbrieven en schuldbekentenissen met 5.492.900,— is de
basis van ons bedrijf wederom verbreed.
Tengevolge van de eveneens belangrijke uitbreiding in het vorige jaar en van destaging
van de rente-marge van 0,7258% tot 0,8486% is de rentewinst de hoofdbron van onze
inkomsten gestegen.
Het belang, waarmede wij bij door oorlogsschade getroffen onderpanden zijn betrokken,
verminderde dit jaar van ƒ5.791.358,50 tot 3.330.905,05. De daardoor binnengekomen
aflossingen konden tegen betere voorwaarden op hypotheek worden uitgezet en droegen
aldus eveneens bij tot de gunstige resultaten.
Tegen de risico’s, welke mogelijkerwijze in deze oorlogsschade waren gelegen, was
onder meer gereserveerd in de reserves, welke onder het hoofd „Reserve voor Hypotheken”
3
Concern.