Concern.
Aan de algemene vergaderingen van aandeelhouders
in de Friesch=Groningsche Hypotheekbank N.V., Nederlandsche
Hypotheekbank N.V., Rotterdamsche Hypotheekbank N.V., en
Algemeene Fviesche Hypotheekbank N.V.
In het begin van 1953 overleed de Heer G. Warning na een langdurig lijden. Zowel
als commissaris als in hoedanigheid van lid van de commissie van toezicht heeft hij met
grote nauwgezetheid en toewijding zich aan de belangen van het concern gegeven. Zijn
vriendschap werd door ons op hoge prijs gesteld.
Wij hebben kennis genomen van de door de directie opgemaakte en aan Uwe ver
gaderingen overgelegde jaarstukken onzer vennootschappen over 1952. De controle werd
ook deze keer verricht door de daarvoor benoemde accountants, t.w. het accountants
kantoor Joh. Doornbos te Groningen en het accountantsbureau, opgericht door A. E.
Meijer J. Hörchner te Amsterdam.
Het resultaat van hun onderzoek blijkt uit hun hierna volgende verklaring.
Op grond van de van hen verkregen gegevens hebben wij de overgelegde balansen en
winst- en verliesrekeningen goedgekeurd overeenkomstig de statuten. Wij adviseren U
tot vaststelling dezer stukken over te gaan en de dividenduitkeringen te bepalen overeen
komstig de voorstellen der directie.
Dit jaar zijn als commissarissen aan de beurt van aftreden de heren H. M. J. Blomjous,
R. Buisman en Mr. M. Tieleman.
Het verheugt ons, dat de directie en het personeel er in het afgelopen jaar in zijn
geslaagd de groei van het concern te bestendigen. Wij brengen hun gaarne dank voor
hetgeen zij voor onze vennootschappen ook thans weer hebben verricht.
Het college van commissarissen:
G. NAUTA, president.
28